Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    belezen

    bij de katholieken werd een persoon die door de duvel bezeten was ‘belezen’; een priester besprenkelde de persoon met wierook terwijl hij bepaalde gebeden opzegde

    SN?
    Van Dale:
    be·le·zen
    1. een bezweringsformule uitspreken over –
    2. liturgische gebeden uitspreken ter uitdrijving of afzwering van de boze geest en zijn invloed
    3. door belezing uitbannen
    •een ziekte, de duivel belezen

    De paster (dialect voor priester of pastoor) heeft hem nu al twee keer belezen en t’is nog slechter geworden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 23 Jan 2013 10:13
    1 reactie(s)

    pannebruinder
    (de ~, (m.), ~ s)

    een man die, onderdanig aan zijn vrouw en niettegenstaande ze niet buitenshuis werkt, de meeste huishoudkarweitjes op zich neemt om toch maar in de gunst te blijven en zich daardoor zowel bij vrouwen als bij mannen belachelijk maakt.(in de jaren 50 voor de emancipatie van de vrouw!)

    Ze moet zij niet veel werken met een pannebruinder lijk Achiel, maar ik zou toch niet willen wisselen.

    Aan een pannebruider lijk Achiel moet ge niet vragen om een zak cement te helpen dragen, hij moet helpen met zijn vrouw.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jan 2013 13:27
    0 reactie(s)

    pretheer
    (zn. m., ~heren)

    iemand die zich rijker en verstandiger voordoet door zijn houding en zijn manier van kleden en neerbuigend kijkt op mensen van zijn stand.

    Die pretheer ziet ons niet eens staan, hij denkt zeker dat hij mijnheer de baron is.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jan 2013 13:25
    1 reactie(s)

    broekschijter
    (de ~ (m.), ~s)

    iemand die van alles bang is

    zie synoniemen uit verschillende regio’s bij bangschijter

    VD2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel

    Is me dat een broekschijter van een vint!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jan 2013 12:11
    0 reactie(s)

    broekschieter
    (zn. m. -s)

    - een broekschieter, meestal een man, die redelijk stoer beweert dat hij iets durft maar op het laatste moment toch niet durft
    - ook gebruikt bij een kind dat bvb niet op de paardjesmolen durft

    uitspraakvariant van broekschijter

    Ge moet niet geloven dat hij het zal durven, t’is een broekschieter als het erop aan komt.
    Dat jouw zoontje zo’n broekschietertje was had ik niet gedacht, hij kan anders wel een grote mond opzetten.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jan 2013 12:10
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.