Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1 uitstekende deksteen van de gevel
2 (bij pannendak) bekleding van dakgoot
3 bij plat dak) in schrijnwerk uitgevoerde, overstekende gevelbescherming, van boven bekleed met zink, onderaan en opstaand bekleed met houten planken
/kor niesj/
In het West-Vlaams: kornisse
uitdr.: op reis gaan naar Saint-Corniche: thuis blijven in de vakantie
De corniche moet eens geschilderd worden.
(of te nieten uit)
schuin, steeds versmallend, tot het op niets uitloopt
vergelijk tenietenuit
Een neep in een kleed wordt ten nieten uit gestikt.
De schrijnwerker zaagt de plank ten nieten uit.
Die grond loopt vanachter ten nieten uit.
krek hetzelfde, gekalkeerd, overgetrokken
vgl Fr. tout craché
< lijkt verschillend, maar is eigenlijk hetzelfde als ten nieten uit
De Paul trekt helemaal op zijn vader, het is percies dezelfde, tenietenuit.
Ik ben de reactie van Rietje over het onheus gebruik van ‘ge’ nog eens tegengekomen bij het doorstruinen van het WB. De repliek hierop was Diederik tenietenuit.
(of te nieten uit)
schuin, steeds versmallend, tot het op niets uitloopt
Een neep in een kleed wordt ten nieten uit gestikt.
De schrijnwerker zaagt de plank ten nieten uit.
Die grond loopt vanachter ten nieten uit.
krek hetzelfde, gekalkeerd, overgetrokken
vgl Fr. tout craché
De Paul trekt helemaal op zijn vader, het is percies dezelfde, tenietenuit.
Ik ben de reactie van Rietje over het onheus gebruik van ‘ge’ nog eens tegengekomen bij het doorstruinen van het WB. De repliek hierop was Diederik tenietenuit.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.