Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bromvlieg, vlieg die haar eieren op vlees legt
< is de West-Vlaamse uitspraak van maneschijter; maan (made) = larve die het vlees bederft (De Bo)
zie ook dol
Die maneschieter werkt me op de zenuwen, ik hoor hem brommen maar telkens ik hem bijna kan doodmeppen ontsnapt hij weer.
ik hoorde verschillende keren het woord ussel voor grote dikke vlieg, maneschieter
< vervorming van horzel?
Er zat een ussel te brommen achter het gordijn en ik heb hem doodgemept.
ik hoorde verschillende keren het woord ussel voor grote dikke vlieg, maneschieter
< vervorming van horzel?
Er zat een ussel te brommen achter het gordijn en ik heb hem doodgemept.
mooi, netjes gekleed
in Antwerpen afgeborsteld
Amai, ge zijt nogal afgeveegd!, zei de boerin tegen de boer toen hij naar de burgemeester ging.
voortdurend, onophoudend
zie ook alsan
Ik moet deze namiddag nog een hele bundel prei reinigen en dan diepvriezen. Ik ga olsanvoorts moeten doen, want om 15 h moet ik bij de tandarts zijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.