Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(of bust; lees ‘u’ als een korte ‘ui’)
struik
woordenboek van Cornelissen-Vervliet (1899):
BUIST (uitspr. böst), znw., m. – Struik, bos, horst. (Z.-O. der Kempen) (Ook in Limburg)
“Ne buist bloemen verplanten.”
Hij heeft zich verstopt tussen de busten.
prutsen
< Frans 1. eten met lange tanden: een beetje eten, een beetje prutsen enz.
2. moeilijk doen, lang discuteren, contesteren voor futiliteiten, chicaneren
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
Als u horloge ni marcheert, geeft ’t dan aan mij, ik zal er ewa aan chippoteren.
Zowel onzijdig als vrouwelijk/meervoudig van ‘deze’.
Dees jaar, dees kind, dees papirreke, maar ook dees week, dees plaats en dees vrouw.
Zowel onzijdig als vrouwelijk/meervoudig van ‘deze’.
Dees jaar, dees kind, dees papirreke, maar ook dees week, dees plaats en dees vrouw.
hevig bibberen, dedderen, didderen, ook in onrustige beweging zijn
in Antwerpen: rijlen
MNW: reyeren, rideren (vooral ten gevolge van de koorts)
rijeren, rijderen of rijelen, rijeren, rijlen
Corn.-Vervl.
WNT:
modern lemma: rijeren
daarnaast rijderen < Mhd. rîderen. Frequentatieve vorm van Rij(d)en
Rillen, bibberen, sidderen, huiveren.
Hetzelfde als Rijelen. In N.-Nederl. verouderd.
“Rijeren van de körts” Corn.-Vervl.
Hij stond daar te rijeren van de kou.
Ge kunt ook rijeren van de schrik.
Gerijerd van de koorts heb ik gedaan voor dat mijn amandelen werden getrokken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.