Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    seree
    (zn.)

    berisping, afkeuring

    seree geven = naar zijn voeten geven

    Dat was wreed onbeleefd, ’k heb hem eens goed seree gegeven.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 03 Jun 2013 14:26
    0 reactie(s)

    joengelen
    (ww)

    jongen krijgen, bevallen

    Hij heeft gebeld dat hij niet komt werken: zijn kat moet joengelen. Smoes nummer elfendertig!

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 03 Jun 2013 14:22
    2 reactie(s)

    building
    (zn. m., ~s of ~en)

    VD95 (in Belg.) groot gebouw

    Langs de ring zijn ze allemaal nieuw buildings aan het bouwen. De meeste zijn kantoorgebouwen.

    Die buildingen die ze daar langs het kanaal aan het zetten zijn, wat wordt dat? Een nieuw fabriek ofzo?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Jun 2013 14:20
    8 reactie(s)

    slaperke
    (het ~, -s)

    prut in uw ogen ’s morgens als ge wakker wordt

    ook in West-Vlaanderen

    zie ook: krotoge, biskes

    Komd hier zoon, ’k zal de slaperkes eens uit uw ogen wrijven.

    " Doet die slapers uit oew oogen." (Corn.-Vervl. 1899)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 03 Jun 2013 14:17
    8 reactie(s)

    broes
    (het ~, geen mv.)

    schuim, meestal op de mond of van gekookte of bedorven vloeistoffen
    zie ook: broem, brom

    Herenthout: proes (niet te verwarren met proes als poepgelei

    WNT: Broes
    In verschillende gewesten: Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Overijsel, Groningen, en ook wel in Holland
    bekend voor: Schuim, meestal dat op den mond van razende menschen of dieren, doch ook wel dat op ”verschgetond” bier, soep en andere (gekookte) vloeibare spijzen of op stilstaand water (SCHUERM. (1865-1870); CORNELISSEN;
    Onze Volkst. 2, 214 a; 3, 146 b; GALLÉE 7 b; DRAAYER 7 a; MOLEMA 58 b, 508 b ). In denzelfden zin ook broesem of brösem (Overijsel, Groningen, West-Vlaanderen: MOLEMA 59 b, 508 b ).
    verg. BROEM (II) en PROES.
    Het broes kwam uit zijnen mond, SCHUERM. (Kempen, 1865-1870).

    Het broes stond op zijn lippen, zo colèrig was hij.

    Het broes op de soep leeft en het broes in de gracht stinkt.

    Houd de gelei goed in ’t oog en schep op tijd de proes eraf.

    Vers kieken moet ge eerst goe wassen voor dat ge er bouillon van maakt, anders krijgt ge vieze proes op de soep.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 28 May 2013 11:20
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.