Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
babbeling
’k ga nograp een koetnanske gaan doen met Marie, ik ben sebiet were: een uur later was ze nog niet terug.
Aan haar koetnanche te horen is ze afkomstig van de kust.
Met zo’n gemene koetnanche zal ze niet bij Mijnheer de notaris moeten gaan werken!
het gebabbel, gepraat
ook koutenance, koetnanche (en vroeger coutenantie)
WNT: < Mnl. couten; ofri. kaltia. Gevormd van den wortel van Kallen
Koutenance, koutenantie, gezellig praatje, conversatie.
“Ze zat te horken naar vader die, rond den heerd, in koutenancie lag met den eenen of den anderen gebuur, die ne keer was komen ontsteken” Callebert bij De Bo (1869).
Waar mensen samen komen, kan er heel wat coutenansie zijn.
wenen, huilen
zn.: tjolpe
bn: v/m: tjolpend, o: tjolpende, mv: tjolpende
< variant van tjalpen = galpen
Anneke was erg verdrietig omdat ze geen ijsje kreeg. Ze bleef maar tjolpen.
wenen, huilen
zn.: tjolpe
bn: v/m: tjolpend, o: tjolpende, mv: tjolpende
variant van tjalpen = galpen
Anneke was erg verdrietig omdat ze geen ijsje kreeg. Ze bleef maar tjolpen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.