Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kermen, het uitschreeuwen van de pijn
oorsprong: het kajanken van een hond
zie ook kerminkelen
Onze judoka Gella vandecaveye kajonkelde van de pijn toen ze haar nek brak op één van de judowedstrijden in de jaren 90.
betekent zoveel als “lieve hemel”, drukt ontzetting en afkeer uit Zie ook jezusmarindeka
Is uw pree weeral op? Jezusmaranten! Ge denkt zeker dat het geld op mijn rug groeit!
onderkin, dikke keel, vet onder de kin,
dikke kwab onder de kin aan de keel, keelzak
zie ook kozzem
Van Dale: kossem; de (m.); -s
(1552) vgl. kodde (knots); de oorspr. betekenis is ‘zwelling’
1. kwab onder de hals van een rund of konijn
synoniem: halskwab, wam
Dat vremmes heeft een dikke kossem.
de kwab onderaan de hals van een koe,
overdrachtelijk: hals van een dik persoon
zie ook kossem
Runderen hebben een kozzem omdat ze geweldige hoeveelheden gras doorslikken en verteren.
Ge wordt te dik, met zo’n kozzem krijgt ge uw hemden niet meer dicht.
iemand die geluk, chance heeft
Vertrekt ge morgen op cruise in de Caraïben? Gij zijt toch ne gelukkigen tap!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.