Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    God den here
    (tussenw.)

    uitdrukking van verbazing, teleurstelling, verrassing, enz.

    uitspraak in Antwerpen chotteniere en choateniere

    Chotteniere! Ginderachter zien ik percie ne combi van de polies. Dat is zeker voor de bobcampagne, we emmen prijs … (prijs hebben)

    Wablieft? Ligt de Paul in de kliniek? Choateniere toch! En nu just met de feestdagen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 14 Dec 2013 12:31
    0 reactie(s)

    God den here
    (tussenw.)

    uitdrukking van verbazing, teleurstelling, verrassing, enz.

    uitspraak in Antwerpen chotteniere en choateniere

    Chotteniere! Ginderachter staat ne combi van de polies. Dat is zeker voor de bobcampagne, we emmen prijs … (prijs hebben)
    Wablieft? Ligt de Paul in de kliniek? Choateniere toch! En nu just met de feestdagen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 14 Dec 2013 12:28
    0 reactie(s)

    welhere
    (tussenw.)

    ‘h’ in dit woord wordt niet gehoord en wordt soms niet gespeld; vaak gevolgd door ‘toch’
    (soms geveinsde) uitdrukking van bekommernis of medelijden

    afkorting van: Wel Here God

    zie ook ewelheere, ocharme, ochere

    “Sylvie: och welere je kleine meid. ik zou ook niet vertrekken zulle. zou een ganse dag anders om mijn ongemakken lopen.” (9maand.be/forum)

    “Oh is de kleine kwaad omdat ik zijn speeltje afgepakt heb ?
    Ôh oh ! Welere toch ! Vlug nog even natrappen, dat komt me precies bekend voor…”
    (www.forumeerstewereldoorlog.nl)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 14 Dec 2013 12:09
    3 reactie(s)

    moezelen
    (moezelde, gemoezeld)

    kauwen, meestal op iets wat meuzelig is

    < afgeleid van moezen. “Janneken was aan nen appelsien aan ’t moezelen” Cornelissen-Vervliet (1899)

    Hij zat stillekes in de keuken ne papkoek te moezelen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 12 Dec 2013 12:20
    0 reactie(s)

    biskeren
    (biskeerde, gebiskeerd)

    zagen, meuzzen, kassen op iets of iemand
    van het Frans bisquer, nu in onbruik

    Ze zaten altijd te biskeren over de prijs van alles en nog wat.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 12 Dec 2013 11:52
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.