Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
klein, afgelegen dorp
Van Dale 2005
boerengat
1. afgelegen, oninteressante plaats
Ze zijn verhuisd naar één of ander boeregat.
meiklokjes zijn in België gelukaanbrengers (ook ‘porte-bonheur’ genoemd) en worden traditioneel op 1 mei geschonken aan geliefden, dierbaren, vrienden
NL: lelietjes-van-dalen voor vriendschap én liefde.
Paul heeft van de morgend meiklokjes gekocht voor zijn vrouw, de schattebol!
Een grote bos meiklokjes voor ons aller Bon, van alle VW-ers!
(troetelnaam voor) kleine, mollige peuter
uitspr.: gerekte oe (’poe:m?l)
Kom hert, me poemelke! (kom hier, mijn schattebolleke)
slapen in kindertaal, ook dokes doen
Nu gaat Hanne schoon dodoke doen, daarna gaan we naar de eendjes.
slapen; meestal voor kinderen gebruikt, ook dodo doen
< (Fr.) faire dodo (onderverstaan do-rmir)
Leiestreek : doke doen
Zij(t) wat stillekes! De kleine is dokes aan ’t doen.
Ik heb vaak, ik denk dat ik maar eens dokes ga doen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.