Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    glazer
    (de -, -s, zst.nw. m.)

    knikker

    Als ge al uw glazers verloren waart dan zegden de anderen: “We hebben uw tes (beurs) afgedaan.”

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 13 Nov 2013 11:31
    0 reactie(s)

    stuiken
    (stuiken, -te, ge-t zw.ww.)

    Stuiken was een spel waarbij iemand een aantal knikkers in zijn hand en ze “stuikte” in een putje (koeleke) in de grond. Daarbij werd gewed tussen de deelnemers of het aantal knikkers in het koeleke paar of onpaar zou zijn. Heel straffe spelers wedden op een bepaald aantal. Als er veel spelers waren, werd er gestuikt met een volle klak. Dit was dus een echt kansspel, maar sommigen trachtten er een behendigheidsspel van te maken door “duimke te houden” en zo het lot letterlijk naar hun hand te zetten.

    Staat in VD als omschrijving nummer 8 onder “stuiken”.

    Ik heb al mijn knikkers (glazers) verloren bij het stuiken.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 13 Nov 2013 11:29
    0 reactie(s)

    pik
    (de ~, (v.), ~en)

    Gerief dat dient om graan te maaien. Het blad ziet eruit als dat van een zeis (zaasie), maar het heeft een veel kortere steel. Het graan werd opgeraapt met een pikhaak.

    In het Nederlands noemt men dit gerief een “zicht”.

    Ik heb de hele godsjeugdige dag koren afgedaan met de pik en nu doet mijn rug zeer.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 12 Nov 2013 20:15
    0 reactie(s)

    godsjeugdig
    (bn.)

    geheel (met nadruk)

    ook in de Antwerpse Kempen

    Dat heeft nu vandaag de godsjeugdigen dag geregend.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 12 Nov 2013 20:14
    0 reactie(s)

    pik
    (de ~, (v.), ~en)

    Gerief dat dient om graan te maaien. Het blad ziet eruit als dat van een zeis (zaasie), maar het heeft een veel kortere steel. Het graan werd opgeraapt met een pikhaak.

    In het Nederlands noemt men dit gerief een “zicht”.

    Ik heb de hele godsjeugdige dag koren afgedaan met de pik en nu doet mijn rug zeer.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 12 Nov 2013 14:02
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.