Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vertrekken, weggaan, afbollen, aftrappen, afstappen
Onze Axel moest mijn zus helpen met den afwas en hij was het schoonekes afgedeven.
Och kom, daaf het af man!
Ze was niet meer content bij heure vriend en ze deef het daar af.
iets proberen te krijgen door te vleien
op slinkse manier
Zie ‘Le corbeau et le renard’
uitspraak: oftreifeln
De buurvrouw bofte zo met mijn zelfgemaakte confituur, nergens had ze zo’n lekkere geproefd, ze smaakte hemels en de kleur was zo mooi, en je zag er nog de stukken fruit in enz… Alhoewel ik niet veel voorraad meer had voelde ik me nu wel verplicht haar een potje mee te geven – ik had me weer laten oftreifel’n.
vertrekken, opstappen, weggaan
(tort af, afgetorten) metathesis van tretten (treden, trappen)
zie synoniemen uit andere regio’s bij aftrappen
Veel valt er hier precies niet meer te beleven. Ik denk dat ik het eens ga afterten.
weggaan, vertrekken, het voor bekeken houden
zie ook: afstappen, afbollen, het ~, afsmoren, het ~, afterten, het ~, afdaven
Ik ben het hier beu, ik trap het hier af.
vertrekken, opstappen, weggaan
(tort af, afgetorten) metathesis van tretten (treden, trappen)
(Antw.) afbollen, aftrappen, afsmoren, het ~
(Hageland) afbollen, aftrappen
(W.en O.Vl., Gent) het afterten
Veel valt er hier precies niet meer te beleven. Ik denk dat ik het eens ga afterten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.