Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
netel
ook: ‘tengel’
zie ook: tingelen (= zich prikken aan een tingel)
(ook in NW van W-Vl)
Als je langs de graskant gaat, pas maar op voor de tingels, want ze kunnen stekken.
het zich niet meer aantrekken
zie ook zjatten en talloren
Seg mannekes, het is genoeg gewest vandaag met die zever, kust allemaal mijn orgel, ik gaan op een ander (ander, op een ~ gaan) iet drinken.
organisatie die hulp verleent aan automobilisten en motorrijders met pech
Men heeft de pechdiensten van Touring, VTAB…
- janken
- zeuren
zie ook kajonkelen, kajieten, kajanken, kajoenkelen
- die kat is al gans de dag aan het kerminkelen; ze zoekt haar jongen
- nu moet je stoppen met kerminkelen, je krijgt vandaag geen snoep meer
gammel, krammikig, sukkelend, aftands
wankelig, bijna uiteen vallend, op de sukkeltoer
zie ook krammakkelachtig, krammikkelig, kramakkel, kramakkelijk
ook van een persoon of dier: sukkelend, moeizaam, onstabiel
NL: krakkemikkig
WNT:
Kramakkelijk, (Vl.-Belgiƫ) sukkelend, gebrekkig, gammel.
“Als hij thuis kwam moest hij zijn moeder helpen, die meer en meer kramakkelijk werd”. De Meyere R. Schavak (1909).
Die stoel was zo krammakkelijk dat ik er niet op dierf gaan zitten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.