Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lang, mager persoon (wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel)
WNT: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
1. zwengel, hefboom
2. gebogen houten balk tussen paard en koets
WNT:
(Gewest. in Vl.-België) Houten, soms lichtgebogen, horizontale balk tusschen een paard of een span paarden en een wagen of ploeg. De zwingel is met een haak rechtstreeks verbonden aan den wagen of ploeg of aan een anderen balk (trekknuppel) en derhalve beweegbaar; op ieder uiteinde van den zwingel is met een haak weer een beweegbare balk bevestigd waaraan de trekstangen worden ingehaakt.
3. de stang van een remork om aan een trekhaak vast te maken
4. pak slaag, rammeling
zie ook: zwong
1. In de garage van mijn pa stond nog een waterpomp met een zwingel om met de hand water uit de regenput te pompen.
De motor van de eerste auto’s moest men in gang draaien met een zwingel.
2. Een koets met een zwingel aan een paard vastbinden is niet gemakkelijk voor een beginneling. Ge moet zien dat dat zeker niet op uw tenen komt te vallen.
3. De kop van de zwingel van de remork moet goed vastzitten aan de kop van de trekhaak van de auto, anders hebt ge kans dat de remork een eigen leven gaat leiden.
4. Gij verdient toch nen zwingel rond uw oren, hè man!
Moet ge wat zwingel krijgen? Nee, stopt er dan mee.
aan het lijntje houden
in den draai houden
Mij moet ge niet aan de zwingel houden, zegt waarop dat het staat.
Klein mannen kunt ge gemakkelijk aan de zwingel houden.
een lang mager iemand
een zwik is een dun twijgje; vandaar lange zwik
< oorsprong: (1573) ontleend aan Middelhoogduits zwic
WNT:
(Gewest. in Vl.-België) Lange slungel (die bij het loopen zwikt). Staelens (1982)
Zo’n lange zwik hebben we nodig in onze basketbalploeg.
zwoerd van een stuk spek
Snij de zwes maar van het spek.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.