Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
prei
ook: poret, porret, paret, poorret;
zie synoniemen bij porei
Etymologie: Oudfrans ‘poret’ (vgl. Eng. ‘porret’), afgeleid van Lat. ‘porrum’, net als prei.
Het was pret als groente deze middag.
prei
Antwerpen: parei (m.); uitspraak paraa
Boom: para
Hageland en Limburg: poor (m.)
West-Vlaanderen: pret, poorret, paret (o.)
Etymologie: Middelnederlands: porreye. Uit Oudfrans ‘poree’, vgl. Fr. ‘poireau’, uit Lat. ‘porrum’. Daarnaast bestaan ook vormen afgeleid uit Oudfrans ‘poret’/‘porette’.
(Weetje: de Leuvense Parijsstraat is een verbastering in het AN van de “poreistroot”, een bijnaam die de Leuvenaars aan deze zijstraat van de Brusselsestraat gaven omdat er tijdens de wekelijkse markt hier groenten – voornamelijk prei – werden verkocht)
We hebben dees jaar weeral ferme stekken porei in onzen hof staan.
Parei hoeft geen bijgevoegd water, als ge hem (m.) wilt stoven. Er zit voldoende water in de groente zelf. Op een laag vuurtje brandt hij niet aan.
prei
Antwerpen: parei (m.) ook: parei(e), porei(e), praai
Boom: para
Hageland en Limburg: poor (m.)
West-Vlaanderen: pret, poorret, paret (o.)
Etymologie: Middelnederlands: porreye. Uit Oudfrans ‘poree’, vgl. Fr. ‘poireau’, uit Lat. ‘porrum’. Daarnaast bestaan ook vormen afgeleid uit Oudfrans ‘poret’/‘porette’.
(Weetje: de Leuvense Parijsstraat is een verbastering in het AN van de “poreistroot”, een bijnaam die de Leuvenaars aan deze zijstraat van de Brusselsestraat gaven omdat er tijdens de wekelijkse markt hier groenten – voornamelijk prei – werden verkocht)
We hebben dees jaar weeral ferme stekken porei in onzen hof staan.
Parei hoeft geen bijgevoegd water, als ge hem (m.) wilt stoven. Er zit voldoende water in de groente zelf. Op een laag vuurtje brandt hij niet aan.
uitroep, tussenwoord
—> verbastering van “Jezus mijn”
Antwerpen en Antwerpse kempen: godzjumenas
Maar zjume nu is mijne velo toch wel gepikt zeker.
bibberen
zie ook: didderen, rijeren, bibbelen, rijlen
West-Vl. dudderen
WNT: DEDDEREN, DUDDEREN —, onz. zw. ww. Eng. didder, dither, verdere verwanten zijn niet bekend.
?Bibberen, huiveren. Slechts gewestelijk in gebruik, in Z.-Ndl.
Gy hebt daer zo een dun roksken aen … en duddert gy niet van de koude, myn kind, C. DUVILLERS bij DE BO (1851).
Godzjumenas tis kaad (koud), ik dedder uit mijn vel.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.