Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zin, lust, trek
goesting hebben voor, in, naar, achter iets
Dit woord werd door Radio 1 in Vlaanderen uitverkozen tot mooiste Nederlandstalige woord
Woordenboek de Nederlandsche taal: Modern lemma: goesting
GUSTING; daarnaast ook GOESTE
?Het Fransche woord goût (Oudfrans goust, van Latijn gustus) met het Germaansche achtervoegsel -ing. In Noord-Nederland uitsluitend in enkele zuidelijke tongvallen (gusti of gusting) in Zuid-Nederland in meer algemeen gebruik (De Bo (1873), Schuermans (1865-1870)). Lust, trek, zin, smaak; al naar het verband.
uitdrukkingen.:
zie ook: zie ook: goeste, begoest (op), goestendoender, goestingdoener
niet willen werken, lui zijn, geen goesting hebben
(ook: zeer aan zijn goesting hebben)
De Jan, ambtenaar aan de provincie, had heel dikwijls pijn aan zijn goesting.
Hoe gij wilt vandaag den auto niet kuisen? Hebt gij pijn aan uw goesting of wa?
met tegenzin
Wie vandaag of maandag een laatste groet brengt aan Steve Stevaert, krijgt een herdenkingskaartje met daarop het citaat ‘Hier lig ik, dik tegen mijn goesting’ op. Die woorden komen van Stevaert zelf. (nieuws.vtm.be 04/04/2015)
met tegenzin
Wie vandaag of maandag een laatste groet brengt aan Steve Stevaert, krijgt een herdenkingskaartje met daarop het citaat ‘Hier lig ik, dik tegen mijn goesting’ op. Die woorden komen van Stevaert zelf. (nieuws.vtm.be 04/04/2015)
Een goestendoender is iemand die doorgaans zijn goesting krijgt (zijn zin doordrijft) en weinig rekening houdt met anderen.
zie ook goestingdoener
Ze was met een goestendoender getrouwd en dat was voor haar niet vol te houden. Zelf was ze ook een goestendoender.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.