Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weinig mensen, bijna niemand
ook: paardenkop, twee man en een ~
NL: anderhalve man en een paardenkop
Waar hebben we het over: “drie man en een paardenkop zaten er in dat café”.
verschrikkelijke honger hebben
Na dagen op rantsoen geleefd te hebben kon hij bij zijn thuiskomst wel een paard zijn rug uit eten.
veel te groot
Van Dale 1995: kar = grote hoeveelheid (bv. een kar zand)
Antw. uitspraak: kaar
Hageland: keir, een ~ te groot
Ik heb dat hemd gepast en het is een kar te groot voor mij.
paard
zie peerd
Antw. Kempen: pjeid, peird, puij, peid
Hallaar (Heist-op-den-Berg): ’t pjeid (het paard), e pjeid (een paard), de pjeir(e) (de paarden)
in samenstellingen: pjeds- of pjeire-
Ik ging met mijn pjeid in draf.
Der stoat e pjeid in’t stal.
- er staat een paard in de stal
oud volksspel dat toch nog gespeeld wordt, bestaat uit een “loden sol en een tep”
zie ook paapke schieten
Zondag na het eten gaan de mannen teppe schiete.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.