Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schillen, schellen
Kunt ge uwen appel nie zelf pellen?
roos, hoofdroos, schilfer(tje)s
Van Dale 2013 online: gewestelijk, in ’t meervoud en in de verkleinvorm
Fons moet dringend eens shampoo tegen pellekes kopen, het lijkt wel of het gesneeuwd heeft op de schouders van zijn jas.
ergens blijven plekken
WNT: In Z.-Nederl. hetzelfde als: pik aan zijn broek (of gat) hebben. Ergens blijven plakken, niet van zijn stoel kunnen opstaan, niet van heengaan weten.
Die Jef heeft precies pek aan zijn gat. Die wilt maar niet naar huis gaan. Nog 1 kort natje en gedaan ermee he sjoe.
Dat niet kunnen wegzetten in de ijskast en ik moet dat doen? Hebt gij pek aan uw gat of wat? Staat eens recht met uw lui kont en doet dat zelf eens, het zijn maar 4 stappen tot daar!
poeierke of poedertje /p.e.erk.e/
oud woord voor pilletje = geneesmiddel
Ik heb koppijn, heb jij een peujerke bij?
nauwelijks, ternauwernood, bijna (niet)
lokale uitspraak: krei
Ich zoêt krei niër of doë wos wier iemed on de viërdiër. (nauwelijks zat ik neer of er belde weer iemand aan)
’t Lèève ès (waaj) ne sjiet: de viels ’t krei ên ’t ès al vérbij. (het leven is (als) een scheet: je voelt het nauwelijks of het is al voorbij)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.