Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    bak
    (de ~ , (m.), ~ken)

    dansvloer

    zie uitdrukking: juffrouw mag ik uw lijf eens door den bak sleuren

    Kom mee in den bak dansen, ’t is ne plakker.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2016 18:34
    2 reactie(s)

    koefelaar
    (zn. m.)

    Zelfde definitie als “koefeleir”, met andere schrijfwijze.

    zie ook koefeleir, koefelen, koefelkot

    Die vent is ne goeie koefelaar.
    Betekenis: “Die man is een bedreven klusser.”

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2016 18:02
    0 reactie(s)

    zak, onder de ~ lopen
    (uitdrukking)

    Aan de dokken werken als losser (verouderd) Vroeger werden de goederen in zakken verpakt en aan de kade op de rug gedragen door de dokwerkers.

    Een vent gelijk gij achter een bureauke? Gij zijt er ene om onder de zak te lopen!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2016 18:01
    1 reactie(s)

    onnozel
    (zn. v.)

    Mens, van het vrouwelijk geslacht, die misprijzen opwekt door zijn dwaze uitspraken en/of gedrag. Hoewel dit gedrag ook kan vertoond worden door mensen van het mannelijk geslacht, is deze uitdrukking op hen niet van toepassing. (vrij naar de verklaring bij manneke, onnozel ~)

    zie ook: onnozel manneke, onnozel ventje, onnozel wicht, onnozel geit

    mannelijk: onnozele, onnozelaar

    Als antwoord op de helemaal niet terzake doende commentaar zei hij enkel: “onnozel!”.

    Gij se onnozel!

    Onnozele! Ge gaat als vent toch niet een vrouwen-wc binnen omdat het bij de mannen vol is…

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2016 17:59
    1 reactie(s)

    smos
    (de ~, (v.), ~en)

    1. slet
    2. minnares van een getrouwde man

    1. Elke week heeft ze nen andere vent in haar bed liggen, ze is precies een smos aan ’t worden.

    Doe eens iets deftigs aan uw lijf. Het is niet omdat het goei weer is, dat ge er moet bijlopen gelijk een smos.

    2.De Jos had in totaal 10 kinderen, 9 bij zijn vrouw en 1 bij zijn smos.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 30 Sep 2016 17:58
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.