Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
soepvlees
uitspraakvarianten: boelie, boullie
Bouillie klaarmaken: het vlees is een stuk uit de hals van het rund dat wordt platgekookt om er een krachtige bouillon van te maken.
Koude bouilliesalade op de boterham is heerlijk. Zie hier
soepvlees
bij uitbreiding: soep waarin vlees meegekookt wordt
< Frans: bouillir: koken, zieden
Van Dale online 2017: bouilli
zelfstandig naamwoord • het & de m • g.mv.
1847, Frans (eig. gekookt)
1. stofnaam soepvlees aan een stuk
Laat de bloemkoolroosjes nog even mee stoven en schenk er dan de gezeefde blanke fond bij. Leg ook de stukken soepvlees (boelie) in de soep. (dagelijksekost.een.be)
Een mens maakt soms zeer rare gedachtensprongen, want de reden waarom ik aan boelie/bouillie dacht, was, doordat een vriend mij een link naar youtube doorstuurde met een zeer gekend liedje in Gent, van de hand van Walter De Buck. (nullammicrowaveum.com)
soepvlees, groot stuk vlees dat suddert in de soep
Den boullie kan men achteraf koud eten, met mayonaise, anders is het nogal droog. Zie hier
saffraan, een geelkleurige specerij en kleurstof gewonnen uit de stampers van de Crocus Sativus L.
Klik op de afbeelding.
Saffraankrokus.
WNT: In Zuid-Nederland is de vorm soffraan nog gewoon.
Ontleend door het Frans: safran aan Arabisch: za’farân
Klik op de afbeelding.
Saffraan.
zie ook solferaan
Wat soffraan in de mosselsoep, bij vis, bij eend of in sauzen is bangelijk lekker. Ook mooi voor de kleur van het gerecht.
Of neemt lavendel-zaad, één drachma, gepoederde barnsteen, twee scrupel, zeven boom en extract van soffraan, van elk een half scrupel, maakt er een poeder… (books.google.be)
De Soffraan kost 200 fr. den kilo. (De Werkman, Aalst)
op gespannen voet staan, wrokkig zijn
VD2015 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
WNT: Gewestelijk (in Antwerpen en Zuid-Brabant): pik a pik (als bijvorm van piek a piek), met wederzijdschen wrok, met verbittering.
“’t Is pik a pik met die twee mannen”, er bestaat van weerskanten wrok, Cornelissen-Vervliet (1899)
Hij is pik à pik met zijne gebuur. Die mag een veranda zetten en hij krijgt geen bouwtoelating.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.