Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kauwgum, kauwgom
Komt van het italiaans “tutti frutti” wat “geheel fruit” betekent.
Antwerpen > tutterfrut,
zie ook: tuttefrutkast, tutteflut
Na 5 minuten heeft die tuttefrut geen smaak meer.
iets op een zeer langzame wijze uitvoeren, dralen, treuzelen
Ook in Limburg: taffelen
en Hageland: tjaffelen
zie ook: getaffel, semmelen
Niet teveel taffelen. Er is nog werk genoeg.
op uwe sukkel zijn
zie ook taffelen
Ja dokter, ik ben een beetje op mijnen taffel, eerst mijne voet omgeslagen, dan oververmoeid en nu snotverkoud.
Het komt van het werkwoord ‘taffelen’ (= sukkelen).
Iemand die niet zo handig is.
Iemand die zijn ski’s niet goed in mekaar krijgt geschoven, is aan het taffelen.
treuzelen, twijfelen, aarzelen
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Wat sta je daar te semmelen? Je moet voortmaken!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.