Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
te voorschijn komen, voor de dag komen (met)
op tafel gegooid, publiek bekend worden
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In de zegsw. voor de pinne (of de pinnen) komen, te voorschijn komen, zich vertoonen, voor den dag treden. Dikwijls ook bepaaldelijk: voor het gerecht verschijnen. In Zuid-Nederland. De oorsprong van de uitdrukking is niet bekend; Gezelle denkt dat pinne hier opgevat moet worden als: gepunte stok of lat die de balie schoort en vandaar de balie zelf, zoodat voor de pinne komen vergeleken kan worden met voor den droomstok klagen, voor ’t gerecht gaan.
“Iemand veur de pinne dagen” Joos (1900-1904).
“Betalen zal hij, of ik zal hem doen voor de pinnen komen” Claes
“Die zaak komt morgen veur de pinnen” Cornelissen-Vervliet.
zie ook pinnen, met iets voor de ~ komen,
pinnen, iets voor de ~ halen
In de politiek wordt altijd naar de stok gezocht, waarmee ze den hond kunnen slaan. Als die voor de pinnen komt, kunt ge beter een kruis maken over uw carrière.
“Later, als de muizen weer voor de pinnen komen, zoo stil is het hier, dan zou hij tegen zichzelf wel durven zeggen: wees toch stil.” Louis Paul Boon
“Ook gaan we op bezoek bij de negentien Halse carnavalsgroepen die opnieuw met een nieuwe praalwagen en eigen kostuums voor de pinnen komen.” (standaard.be 06/03/2007)
te voorschijn komen, voor de dag komen (met)
op tafel gegooid, publiek bekend worden
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In de zegsw. voor de pinne (of de pinnen) komen, te voorschijn komen, zich vertoonen, voor den dag treden. Dikwijls ook bepaaldelijk: voor het gerecht verschijnen. In Zuid-Nederland. De oorsprong van de uitdrukking is niet bekend; Gezelle denkt dat pinne hier opgevat moet worden als: gepunte stok of lat die de balie schoort en vandaar de balie zelf, zoodat voor de pinne komen vergeleken kan worden met voor den droomstok klagen, voor ’t gerecht gaan.
“Iemand veur de pinne dagen” Joos (1900-1904).
“Betalen zal hij, of ik zal hem doen voor de pinnen komen” Claes
“Die zaak komt morgen veur de pinnen” Cornelissen-Vervliet.
zie ook pinnen, met iets voor de ~ komen,
pinnen, iets voor de ~ halen
In de politiek wordt altijd naar de stok gezocht, waarmee ze den hond kunnen slaan. Als die voor de pinnen komt, kunt ge beter een kruis maken over uw carrière.
“Later, als de muizen weer voor de pinnen komen, zoo stil is het hier, dan zou hij tegen zichzelf wel durven zeggen: wees toch stil.” Louis Paul Boon
te voorschijn komen, voor de dag komen (met)
op tafel gegooid, publiek bekend worden
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In de zegsw. voor de pinne (of de pinnen) komen, te voorschijn komen, zich vertoonen, voor den dag treden. Dikwijls ook bepaaldelijk: voor het gerecht verschijnen. In Zuid-Nederland. De oorsprong van de uitdrukking is niet bekend; Gezelle denkt dat pinne hier opgevat moet worden als: gepunte stok of lat die de balie schoort en vandaar de balie zelf, zoodat voor de pinne komen vergeleken kan worden met voor den droomstok klagen, voor ’t gerecht gaan.
“Iemand veur de pinne dagen” Joos (1900-1904).
“Betalen zal hij, of ik zal hem doen voor de pinnen komen” Claes
“Die zaak komt morgen veur de pinnen” Cornelissen-Vervliet.
zie ook pinnen, met iets voor de ~ komen,
pinnen, iets voor de ~ halen
In de politiek wordt altijd naar de stok gezocht, waarmee ze den hond kunnen slaan. Als die voor de pinnen komt, kunt ge beter een kruis maken over uw carrière.
schoenveter
Oorsprong: nestel, ook nastel (Germaans): een koord om broek en schoenen dicht te binden
Middelnederlandsch Woordenboek
Riem of band om iets vast te maken, bepaaldelijk voor het dichtrijgen van kleedingstukken, met name de broek en het schoeisel.
Woordenboek der Nederlandsche Taal
De nestels der bottinnen, Conscience (ed. 1868).
Nestelschoen, rijgschoen; in Zuid-Nederland (Cornelissen-Vervliet)
Brugs Ommeland: ringkoord, schoelint
Oost- Vlaanderen: rijkoord
Ik ben over mijne losse nestel gestruikeld.
zoals, (even)als, alsof
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Als voegwoord van wijze.
Evenals het voegwoord als, wordt gelijk ook gebezigd, om de wijze, waarop iemand of iets voorgesteld wordt, bij vergelijking te kennen te geven. Het staat dan in beteekenis nagenoeg gelijk met als zelf, met of ’t ware of als ’t ware.
In deze toepassing echter komt het thans weinig meer voor, ofschoon in Vlaamsch België nog in gebruik (Schuermans (1883)).
Uw manieren en principes zijn juist gelijk uw vader.
Gelijk het er nu naar uitziet zal er misschien toch nog een regering komen.
Ik ben weer helemaal de oude, gelijk ge ziet!
(Ge)lijk da gij weet hoe dat da moet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.