Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kras, krab, schram
Oost-Vlaanderen: schart
Het bos waar we doorwandelden stond vol bramen. Mijn benen staan vol scharen.
kras, krab, schram
Oost-Vlaanderen: schart
Het bos waar we doorwandelden stond vol bramen. Mijn benen staan vol scharen.
kras, krab, schram
Het bos waar we doorwandelden stond vol bramen. Mijn benen staan vol scharen.
helemaal toe, vast, potdicht
ook fig.: helemaal af zijn, ziek zijn (W-VL?), zat zijn
Gazet van Antwerpen: Het verkeer op en nabij de Antwerpse Ring zit vrijdagnamiddag pottoe.
Hij is pottoe van ’t werk gekomen, hij is direct gaan slapen.
weggaan, vertrekken, het voor bekeken houden; relatie, ihb huwelijk, verlaten
zie ook:
afbollen, het ~,
afboren, het ~
afdaven,
afsmeiren,
afsmoren, het ~,
afterten, het ~,
schup, zijn ~ afkuisen
afstappen, het ~
Ik ben het hier beu, ik trap het af.
Eure vent ist afgetrapt=eeft aar late zitten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.