Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    djakeloos
    (bn.)

    zeer vermoeid, op het einde van de krachten.

    < WNT: bnw. en bijw. Mnl. jakeloos, westvlaams djakeloos, tsakeloos De Bo (1873).
    — Jakeloos loopen (draven, schooien, rondwandelen), moedeloos, troosteloos, verslagen, of iets derg.
    “Een man zonder wijf die moet jaqueloos schoyen”, Eduard De Dene, Testament Rhetorical (1561)

    zie ook djakke, zun bobbiene is of

    Van dat namiddagje shoppen ben ik djakeloos gelopen.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Apr 2018 18:19
    0 reactie(s)

    djakeloos
    (bn.)

    zeer vermoeid, op het einde van de krachten.

    < WNT: bnw. en bijw. Mnl. jakeloos, westvlaams djakeloos, tsakeloos De Bo (1873).
    — Jakeloos loopen (draven, schooien, rondwandelen), moedeloos, troosteloos, verslagen, of iets derg.
    “Een man zonder wijf die moet jaqueloos schoyen”, Eduard De Dene, Testament Rhetorical (1561)

    zie ook djakke, bobijn, het ~ is af, zun bobbiene is of

    Van dat namiddagje shoppen ben ik djakeloos gelopen.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Apr 2018 18:17
    0 reactie(s)

    bobijn, mijn ~ is af
    (uitdr.)

    de krachten zijn op, men is moe, men is uitgeput;
    ook: ‘bobijn(tje) is plat’, etc…;
    uitspr.: W-Vl: bobientje is …

    zie ook: djakeloos

    • Ik ben moe gewerkt, mijn bobientje is plat. (Leiestreek)
    • “De bobijn is af en het heilig vuur is gedoofd.” – Gella Vandecaveye, bij officieel afscheid professionele judo, februari 2004 (zie De Standaard, 6/02/2004)
    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 07 Apr 2018 18:16
    6 reactie(s)

    kweddel
    (de ~ (m.), ~en)

    1. rommel
    2. penis
    3. ruzie hebben (kweddelen hebben)

    1. Wat voor kweddelen heb je nu weer gekocht?
    2. Uwe kweddel hangt uit uw broek, sebiet gaat ’m vliegen!
    3. Fons en Berta hebben weer kweddelen, ze spreken al 3 dagen niet meer tegen elkaar.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 07 Apr 2018 18:13
    1 reactie(s)

    kweddel
    (de ~ (v.), ~s)

    lomp, onnozel vrouwmens

    Pas op voor die kweddel! Ze laat de soep altijd overkoken.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 07 Apr 2018 18:12
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.