Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
regenjas
Met dit weer kunt ge uwe regenfrak niet missen.
jas, mantel, kledingstuk voor buiten voor mannen, vrouwen, kinderen
< Een frak was oorspronkelijk een net herenkledingstuk (op het bovenlichaam) dat elke dag gedragen kon worden. Bij de veranderende mode (lange jassen werden steeds gewoner) veranderde de betekenis van het woord frak in de 18e eeuw in het Zuid-Nederlandse taalgebied mee. In Nederland nam ‘jas’ deze rol over en evolueerde de betekenis van frak juist de andere kant op, tot een chic herenkledingstuk dat alleen bij bijzondere gelegenheden wordt gedragen. (etymologiebank)
Van Dale 2018 online : 1782 < Frans frac of Duits Frack < Engels frock < Oudfrans froc (monnikspij)
1. langpandige herenjas
= rokjas
2. BE; niet algemeen jas van een kostuum, jas in het algemeen
Het begon te regenen, maar ik was mijne frak vergeten.
Kom! Doe je frakske aan! Het is flink kouder geworden!
“Frak” was ook het zwarte kledingstuk, gedragen door de “suisse” (naar analogie met de Zwitserse wachten in het Vaticaan) in de kerk. Dat waren zwarte lange jassen zonder knopen, maar versierd met zwarte noppen op schouder en arm.
Uitdrukkingen:
- Uwe frak afdraaien is in Antwerpen: (een beetje tegen uw goesting) hard werken (als enige, soms met weinig appreciatie en resultaat). ‘k Zalle k’ik mijne frak wel afdraaien terwijl dat die ander in ’t café zitten.
Zo de wind waait, waait m’n frakse wordt gezegd van mensen die uit opportuniteit hun mening veranderen.
Eerst was hij bij de sossen (de socialisten), nu zit hij bij de blauw omdat ze voorspellen dat die bij de verkiezingen gaan winnen: zo de wind waait, waait z’n frakske.
amai mijne frak: in het Engels: Oh my God
Amai mijne frak, ’t is warm.
1) hoge dunk, streken verkopen, een air hebben
< Frans grand genre: grote zjaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (1903).
— Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot
2) iemands zjaar, iemand zijn genre
passend bij, iemands stijl, voorkeur
zonder grootsheid
1) Hij heeft nogal wat zjaar bij.
2) Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
1) hoge dunk, streken verkopen, een air hebben
< Frans grand genre: grote zjaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (1903).
— Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot, vgl gesten hebben
2) iemands zjaar, iemand zijn genre
passend bij, iemands stijl, voorkeur
zonder grootsheid
1) Hij heeft nogal wat zjaar bij.
2) Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
een vrouw met veel streken
zie ook zjaar, zjaartrut, zjaarwijf, zjaarkloot
Zij kwam met veel omhaal binnen: een echte zjaaremme.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.