Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    nobbelewitjes
    (de ~)

    1. niets, niksmendalle
    2. naar de vaantjes
    3. men kan ook een man bij zijn nobbelewitjes hebben, dan is hij bedrogen of dik gezien (gezien zijn)
    4. volgens verschillende bronnen waren nobbelewitjes ook snoep, een soort poffertjes die verkocht werden op de Sinksenfoor, maar persoonlijk ken ik deze betekenis niet.

    P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen).
    Nobbelewitje(n), Oblewitje(n) – Klein rond koekje van bloem en suiker, op een papier geplakt.
    De nobbelewitjes worden op de kramen verkocht.
    En blad oblewitjes.

    < de n komt waarschijnlijk van de uitgang van het lidwoord waarbij de n niet meer gezien wordt als een deel van het lidwoord, maar als beginletter van het zelfstandig naamwoord, zoals bij nonkel (uit het Frans oncle).

    WNT: Middelnederlands obelie, obelei. Van Oudfrans oblie. Frans oublie. Oblie, dun wafeltje, ook prouwel genoemd. Eén in oorsprong met Nederlands ouwel. Kiliaan oblije, ouwel, obelia.

    Gelijkaardig (niet hetzelfde) in Noord-Nederland: oblie
    Van Dale 2018 online: oblie
    1380–1420 < Oud­frans ublie, oblie < La­tijn oblatus (dat wat ge­of­ferd is)
    NL dun, rond wa­fel­tje

    1. Ik wil, ik wil, gij hebt niks te willen! Dat kunt ge krijgen : “Nobbelewitjes”! (met de wijsvinger onder de neus).
    2. Ik had er beter afgebleven, nu is het helemaal naar de nobbelewitjes!
    3. De Paul dacht dat hij de occasie van zijn leven deed, maar ze hebben hem, ocharme, bij zijn nobbelewitjes gehad … na een week stond zijn bakske in panne.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 28 Apr 2018 14:50
    3 reactie(s)

    nobbelewitjes
    (de ~)

    1. niets, niksmendalle
    2. naar de vaantjes
    3. men kan ook een man bij zijn nobbelewitjes hebben, dan is hij bedrogen of dik gezien (gezien zijn)
    4. volgens verschillende bronnen waren nobbelewitjes ook snoep, een soort poffertjes die verkocht werden op de Sinksenfoor, maar persoonlijk ken ik deze betekenis niet.

    P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen).
    Nobbelewitje(n), Oblewitje(n) – Klein rond koekje van bloem en suiker, op een papier geplakt.
    De nobbelewitjes worden op de kramen verkocht.
    En blad oblewitjes.

    < de n komt waarschijnlijk van de uitgang van het lidwoord waarbij de n niet meer gezien wordt als een deel van het lidwoord, maar als beginletter van het zelfstandig naamwoord, zoals bij nonkel (uit het Frans oncle).

    WNT: Middelnederlands obelie, obelei. Van Oudfrans oblie. Frans oublie. Oblie, dun wafeltje, ook prouwel genoemd. Eén in oorsprong met Nederlands ouwel. Kiliaan oblije, ouwel, obelia.

    1. Ik wil, ik wil, gij hebt niks te willen! Dat kunt ge krijgen : “Nobbelewitjes”! (met de wijsvinger onder de neus).
    2. Ik had er beter afgebleven, nu is het helemaal naar de nobbelewitjes!
    3. De Paul dacht dat hij de occasie van zijn leven deed, maar ze hebben hem, ocharme, bij zijn nobbelewitjes gehad … na een week stond zijn bakske in panne.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 28 Apr 2018 14:30
    3 reactie(s)

    ancien
    (de ~ (m.), ~s)

    oude rot in het vak, een geroutineerd of ervaren persoon in een bepaald beroep of functie, oude garde

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    De spoedverpleegkundige met 8 jaar ervaring is een ancien.

    Cumulards en anciens zoals Peter Vanvelthoven, Renaat Landuyt en ik, staan politiek sterker dan de jongeren. (demorgen.be)
    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 28 Apr 2018 14:17
    0 reactie(s)

    nobbelewitjes
    (de ~)

    1. niets, niksmendalle
    2. naar de vaantjes
    3. men kan ook een man bij zijn nobbelewitjes hebben, dan is hij bedrogen of dik gezien (gezien zijn)
    4. volgens verschillende bronnen waren nobbelewitjes ook snoep, een soort poffertjes die verkocht werden op de Sinksenfoor, maar persoonlijk ken ik deze betekenis niet.

    P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen).
    Nobbelewitje(n), Oblewitje(n) – Klein rond koekje van bloem en suiker, op een papier geplakt.
    De nobbelewitjes worden op de kramen verkocht.
    En blad oblewitjes.

    < de n komt waarschijnlijk van de uitgang van het lidwoord waarbij de n niet meer gezien wordt als een deel van het lidwoord, maar als beginletter van het zelfstandig naamwoord, zoals bij nonkel (uit het Frans oncle).

    1. Ik wil, ik wil, gij hebt niks te willen! Dat kunt ge krijgen : “Nobbelewitjes”! (met de wijsvinger onder de neus).
    2. Ik had er beter afgebleven, nu is het helemaal naar de nobbelewitjes!
    3. De Paul dacht dat hij de occasie van zijn leven deed, maar ze hebben hem, ocharme, bij zijn nobbelewitjes gehad … na een week stond zijn bakske in panne.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 27 Apr 2018 17:02
    3 reactie(s)

    nobbelewitjes
    (de ~)

    1. niets, niksmendalle
    2. naar de vaantjes
    3. men kan ook een man bij zijn nobbelewitjes hebben, dan is hij bedrogen of dik gezien (gezien zijn)
    4. volgens verschillende bronnen waren nobbelewitjes ook snoep, een soort poffertjes die verkocht werden op de Sinksenfoor, maar persoonlijk ken ik deze betekenis niet.

    P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen).
    Nobbelewitje(n), Oblewitje(n) – Klein rond koekje van bloem en suiker, op een papier geplakt.
    De nobbelewitjes worden op de kramen verkocht.
    En blad oblewitjes.

    1. Ik wil, ik wil, gij hebt niks te willen! Dat kunt ge krijgen : “Nobbelewitjes”! (met de wijsvinger onder de neus).
    2. Ik had er beter afgebleven, nu is het helemaal naar de nobbelewitjes!
    3. De Paul dacht dat hij de occasie van zijn leven deed, maar ze hebben hem, ocharme, bij zijn nobbelewitjes gehad … na een week stond zijn bakske in panne.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 27 Apr 2018 16:54
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.