Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    sojascheut
    (zn. m., -en)

    Taugé, scheuten of spruiten van de mungboon.

    Door hun naam wordt van sojascheuten dikwijls gedacht dat ze de scheuten van sojabonen zijn, terwijl het eigenlijk scheuten zijn van de groene mungboon afkomstig uit Indië.

    Van Dale 2018: soja­scheu­ten
    zelfstandig naamwoord • meer­voud
    1. ge­spro­ten so­ja­bo­nen
    2. tau­gé
    Mung bean sprouts

    Loempia’s met kabeljauw en sojascheuten zijn wreed lekker.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2018 19:04
    2 reactie(s)

    sojascheut
    (zn. m./v., -en)

    Taugé, scheuten of spruiten van de mungboon.

    Door hun naam wordt van sojascheuten dikwijls gedacht dat ze de scheuten van sojabonen zijn, terwijl het eigenlijk scheuten zijn van de groene mungboon afkomstig uit Indië.

    < vertaald uit het Frans ‘pousses de soja’

    Mung bean sprouts

    Loempia’s met kabeljauw en sojascheuten zijn wreed lekker.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2018 18:58
    2 reactie(s)

    sojascheut
    (zn. m./v., -en)

    Taugé, scheuten of spruiten van de mungboon.

    Door hun naam wordt van sojascheuten dikwijls gedacht dat ze de scheuten van sojabonen zijn, terwijl het eigenlijk scheuten zijn van de groene mungboon afkomstig uit Indië.

    Mung bean sprouts

    Loempia’s met kabeljauw en sojascheuten zijn wreed lekker.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2018 17:23
    2 reactie(s)

    suikerij
    (zn. m. geen mv.)

    paardenbloem, pisbloem

    WNT: Verbastering, door zgn. volksetymologie, van cichorei.

    P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1936, 1938, 1939). SUIKERIJ, znw., v. – Enkel gebruikt in de beteekenis van de bladeren van de Paardebloem, Taraxacum vulgare, die als salade worden gegeten. – Ook MOLSALAAD en PISSALAAD.

    Rutten, A. (1890), Bijdrage tot een Haspengouwsch Idioticon.
    SUIKERIJ, z. man. Cichorei.

    zie ook de reacties

    Ga wat suikerij steken voor de konijnen!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2018 15:57
    2 reactie(s)

    suikerij
    (zn. m. geen mv.)

    paardenbloem, pisbloem

    P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1936, 1938, 1939). SUIKERIJ, znw., v. – Enkel gebruikt in de beteekenis van de bladeren van de Paardebloem, Taraxacum vulgare, die als salade worden gegeten. – Ook MOLSALAAD en PISSALAAD.

    Rutten, A. (1890), Bijdrage tot een Haspengouwsch Idioticon.
    SUIKERIJ, z. man. Cichorei.

    zie ook de reacties

    Ga wat suikerij steken voor de konijnen!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 21 May 2018 15:49
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.