Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kabelbaan
Van Dale 2018: teleferiek
< na 1950 < Frans téléférique, gevormd van Grieks tèle- + pherein dragen
BE; verouderd
1. stoeltjeslift
2. kabelbaan
We kunnen de telefriek nemen om boven op de berg te geraken.
worm, schalkse kerel
Gij zijt nogal ne pielewuiter zunne!
vlak, open, vol
uitspraakvariant: blek
WNT:
Modern lemma: blak
bnw. Hd. blach. Gewoonlijk beschouwd als een bijvorm van vlak.
Daar waait geen bries — ’t is blak op zee, Ten Kate (1850).
in Vlaanderen: Open
dikwijls als bepaling van gesteldheid bij een werkwoord.
In Noord-Vlaanderen is de streek blak (open)en bloot: Toen wij op den heuvel waren, lag de stad blak en bloot voor ons: De Bo (1873)
NL: Blakstil: waarnaast bladstil, volkomen stil (op zee)
”De wimpel hing druipend neer; weldra werd het blakstil”, V. Lennep (1850)
Zie ook: blak en bloot, blakke, ten ~ komen, blakke zon
Die chocolat zal nogal smelten in de blakke zon.
Zonder bescherming moet ge niet in de blakke zon lopen of liggen.
blank, onder water
effen, egaal door het water (een kelder, een kamer, een straat enz.)
Van Dale 2015 online: gewestelijk
Het had zo hard gegoten dat de straat blak stond.
De kelder stond blak met rioolwater.
blank, onder water
effen, egaal door het water (een kelder, een kamer, een straat enz.)
Van Dale 2015 online: gewestelijk
Het had zo hard gegoten dat de straat blak stond.
De kelder stond blak met rioolwater.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.