Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
doorgeven
→ Fr. passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
langsgaan, (kort) bezoeken, binnenspringen, …
zie ook passeren, langs ~
Zijt ge thuis? Dan passeer ik straks eens om die dozen op te halen.
Moet er iets van den bakker zijn? Dan zal ik daar wel efkens passeren, ik moet toch naar ’t dorp.
doorgeven
→ Fr. passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
→ Fr. passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
•
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
1. blaadje (van een plant); uitspraak blojke en bleureke
2. vloeitje; uitspraak blojke en bleureke
3. vensterblind, later ook gebruikt voor rolluik, overdrachtelijk ook ooglid; uitspraak blojke
La Esterella die een groene bloemekee krijgt: Het zijn allemaal blaaikes…
Hee der iemand blaaikes bij om nen toet te rolle?
Mijn blaaikes valle toe van de vaak…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.