Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    schoon
    (bn.)

    1) mooi, fraai (esthetisch)
    Van Dale 2013 online: (in ’t algemeen, archaïsch, Belgisch-Nederlands, spreektaal)

    2) goed, voortreffelijk, …
    Van Dale 2013 online (gewestelijk)

    Vb. Amai, hebt ge die goal gezien? Schoon gedaan zenne.
    Mijn tafel helemaal vuil maken. Dat is schoon gedaan, dat! (pejoratief)

    3) aangenaam, klaar, …
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Als het nog eens schoon weer is, gaan we naar de zee. OK?
    Dat is niet echt een knappe te noemen, maar die heeft wel een schoon gezichtje vind ik.
    Er lag zo’n schoon wit sneeuwtapijt op de gazon.

    4) verheven, loffelijk,
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Dat is toch schoon van hem, dat hij de helft aan u gegeven heeft.
    Vergevingsgezindheid is een schoon deugd.
    Dat is echt ne schone mens: niks voor zijn eigen, alles voor een ander.

    5) ironisch gebruikt om het tegendeel te bedoelen
    Van Dale 2013 online(verouderd, nog wel gewestelijk) in ironische toepassing om uit te drukken dat de in het zelfstandig naamwoord genoemde kwaliteit niet aanwezig is

    Vb. Amai een schoon madam die heks!
    Wat een schoon schilderij. Zeker door hunne kleine laten maken.

    6) serieus, aanzienlijk
    Van Dale 2013 online: verouderd, gewestelijk

    • Vb. Na een jaar had hij zo een schoon bedrag bijeen gespaard.
      Wauw, dat is een schoon verzameling dat gij hier hebt. Vier kasten vol?
    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Jul 2018 01:00
    20 reactie(s)

    schoon
    (bn.)

    1) mooi, fraai (esthetisch)
    Van Dale 2013 online: (in ’t algemeen, archaïsch, Belgisch-Nederlands, spreektaal)

    Vb. Ik heb me een paar schone schoenen gekocht.
    De Limburgse meiskes zijn de schoonste.
    Schone schijn.
    Museum voor Schone Kunsten.

    2) goed, voortreffelijk, …
    Van Dale 2013 online (gewestelijk)

    Vb. Amai, hebt ge die goal gezien? Schoon gedaan zenne.
    Mijn tafel helemaal vuil maken. Dat is schoon gedaan, dat! (pejoratief)

    3) aangenaam, klaar, …
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Als het nog eens schoon weer is, gaan we naar de zee. OK?
    Dat is niet echt een knappe te noemen, maar die heeft wel een schoon gezichtje vind ik.
    Er lag zo’n schoon wit sneeuwtapijt op de gazon.

    4) verheven, loffelijk,
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Dat is toch schoon van hem, dat hij de helft aan u gegeven heeft.
    Vergevingsgezindheid is een schoon deugd.
    Dat is echt ne schone mens: niks voor zijn eigen, alles voor een ander.

    5) ironisch gebruikt om het tegendeel te bedoelen
    Van Dale 2013 online(verouderd, nog wel gewestelijk) in ironische toepassing om uit te drukken dat de in het zelfstandig naamwoord genoemde kwaliteit niet aanwezig is

    Vb. Amai een schoon madam die heks!
    Wat een schoon schilderij. Zeker door hunne kleine laten maken.

    6) serieus, aanzienlijk
    Van Dale 2013 online: verouderd, gewestelijk

    • Vb. Na een jaar had hij zo een schoon bedrag bijeen gespaard.
      Wauw, dat is een schoon verzameling dat gij hier hebt. Vier kasten vol?
    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Jul 2018 00:58
    20 reactie(s)

    schoon
    (bn.)

    1) mooi, fraai (esthetisch)
    Van Dale 2013 online: (in ’t algemeen, archaïsch, Belgisch-Nederlands, spreektaal)

    Vb. Ik heb me een paar schone schoenen gekocht.
    De Limburgse meiskes zijn de schoonste.
    Schone schijn.
    Museum voor Schone Kunsten.

    2) goed, voortreffelijk, …
    Van Dale 2013 online (gewestelijk)

    Vb. Amai, hebt ge die goal gezien? Schoon gedaan zenne.
    Mijn tafel helemaal vuil maken. Dat is schoon gedaan, dat! (pejoratief)

    3) aangenaam, klaar, …
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Als het nog eens schoon weer is, gaan we naar de zee. OK?
    Dat is niet echt een knappe te noemen, maar die heeft wel een schoon gezichtje vind ik.
    Er lag zo’n schoon wit sneeuwtapijt op de gazon.

    4) verheven, loffelijk,
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Dat is toch schoon van hem, dat hij de helft aan u gegeven heeft.
    Vergevingsgezindheid is een schoon deugd.
    Dat is echt ne schone mens: niks voor zijn eigen, alles voor een ander.

    5) ironisch gebruikt om het tegendeel te bedoelen
    Van Dale 2013 online(verouderd, nog wel gewestelijk) in ironische toepassing om uit te drukken dat de in het zelfstandig naamwoord genoemde kwaliteit niet aanwezig is

    Vb. Amai een schoon madam die heks!
    Wat een schoon schilderij. Zeker door hunne kleine laten maken.

    6) serieus, aanzienlijk
    Van Dale 2013 online: verouderd, gewestelijk

    Vb. Na een jaar had hij zo een schoon bedrag bijeen gespaard.
    Wauw, dat is een schoon verzameling dat gij hier hebt. Vier kasten vol?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Jul 2018 00:57
    20 reactie(s)

    schoon
    (bn.)

    1) mooi, fraai (esthetisch)
    Van Dale 2013 online: (in ’t algemeen, archaïsch, Belgisch-Nederlands, spreektaal)

    Vb. Ik heb me een paar schone schoenen gekocht.
    De Limburgse meiskes zijn de schoonste.
    Schone schijn.
    Museum voor Schone Kunsten.

    2) goed, voortreffelijk, …
    Van Dale 2013 online (gewestelijk)

    Vb. Amai, hebt ge die goal gezien? Schoon gedaan zenne.
    Mijn tafel helemaal vuil maken. Dat is schoon gedaan, dat! (pejoratief)

    3) aangenaam, klaar, …
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Als het nog eens schoon weer is, gaan we naar de zee. OK?
    Dat is niet echt een knappe te noemen, maar die heeft wel een schoon gezichtje vind ik.
    Er lag zo’n schoon wit sneeuwtapijt op de gazon.

    4) verheven, loffelijk,
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Dat is toch schoon van hem, dat hij de helft aan u gegeven heeft.
    Vergevingsgezindheid is een schoon deugd.
    Dat is echt ne schone mens: niks voor zijn eigen, alles voor een ander.

    5) ironisch gebruikt om het tegendeel te bedoelen
    Van Dale 2013 online(verouderd, nog wel gewestelijk) in ironische toepassing om uit te drukken dat de in het zelfstandig naamwoord genoemde kwaliteit niet aanwezig is

    Vb. Amai een schoon madam die heks!
    Wat een schoon schilderij. Zeker door hunne kleine laten maken.

    6) serieus, aanzienlijk
    Van Dale 2013 online: verouderd, gewestelijk

    5) Amai een schoon madam die heks!
    Wat een schoon schilderij. Zeker door hunne kleine laten maken.

    6) Na een jaar had hij zo een schoon bedrag bijeen gespaard.
    Wauw, dat is een schoon verzameling dat gij hier hebt. Vier kasten vol?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Jul 2018 00:56
    20 reactie(s)

    schoon
    (bn.)

    1) mooi, fraai (esthetisch)
    Van Dale 2013 online: (in ’t algemeen, archaïsch, Belgisch-Nederlands, spreektaal)

    Vb. Ik heb me een paar schone schoenen gekocht.
    De Limburgse meiskes zijn de schoonste.
    Schone schijn.
    Museum voor Schone Kunsten.

    2) goed, voortreffelijk, …
    Van Dale 2013 online (gewestelijk)

    Vb. Amai, hebt ge die goal gezien? Schoon gedaan zenne.
    Mijn tafel helemaal vuil maken. Dat is schoon gedaan, dat! (pejoratief)

    3) aangenaam, klaar, …
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Als het nog eens schoon weer is, gaan we naar de zee. OK?
    Dat is niet echt een knappe te noemen, maar die heeft wel een schoon gezichtje vind ik.
    Er lag zo’n schoon wit sneeuwtapijt op de gazon.

    4) verheven, loffelijk,
    Van Dale 2013 online (verouderd)

    Vb. Dat is toch schoon van hem, dat hij de helft aan u gegeven heeft.
    Vergevingsgezindheid is een schoon deugd.
    Dat is echt ne schone mens: niks voor zijn eigen, alles voor een ander.

    5) ironisch gebruikt om het tegendeel te bedoelen
    Van Dale 2013 online(verouderd, nog wel gewestelijk) in ironische toepassing om uit te drukken dat de in het zelfstandig naamwoord genoemde kwaliteit niet aanwezig is

    6) serieus, aanzienlijk
    Van Dale 2013 online: verouderd, gewestelijk

    5) Amai een schoon madam die heks!
    Wat een schoon schilderij. Zeker door hunne kleine laten maken.

    6) Na een jaar had hij zo een schoon bedrag bijeen gespaard.
    Wauw, dat is een schoon verzameling dat gij hier hebt. Vier kasten vol?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 06 Jul 2018 00:54
    20 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.