Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    bruëken
    (bruëken, ~te, ge~t zw.ww.)

    - keihard werken, zwoegen
    - wringen, breken, kapot doen

    zelfstandig naamwoord: gebruëk
    zie ook bruëker, losbruëken

    Ik probeerde die beton open te breken met de pioche, maar na een uur bruëken en wroeten had ik door dat ik iets anders moest verzinnen.

    Bruëkt dat niet kapot.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 16:48
    0 reactie(s)

    bruëken

    braken

    Ik heb zeker iets verkeerds gegeten, ik heb de hele nacht moeten bruëken.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 16:47
    0 reactie(s)

    wiggel, iem. aan de ~ houden
    (uitdr.)

    iemand bezig houden

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewestelijk.
    > In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
    > (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
    > In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.

    zie ook: wiggel, in de ~ houden, wiggeling, in de ~ zijn, wiggelen

    Ons dochterke van 11 maanden houdt ons van ’s morgens tot ’s avonds aan de wiggel.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 16:37
    3 reactie(s)

    wiggel, in de ~ houden
    (uitdr.)

    iemand aan het lijntje houden

    DBNL: In Zuid-Nederland: iemand aan (of in) den draai of in de(n) wiggel houden (Schuermans; Antwerpsch Idioticon; Waasch Idioticon)

    WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewestelijk
    > In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
    > (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
    > In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.

    Als ge hem niet graag ziet, maak het dan uit. Ge moet die jongen niet in de wiggel houden.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 16:34
    0 reactie(s)

    wiggel, in de ~ houden
    (uitdr.)

    iemand aan het lijntje houden

    DBNL: In Zuid-Nederland: iemand aan (of in) den draai of in de(n) wiggel houden (Schuermans; Antwerpsch Idioticon ; Waasch Idioticon)

    WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewestelijk
    > In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
    > (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
    > In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.

    Als ge hem niet graag ziet, maak het dan uit. Ge moet die jongen niet in de wiggel houden.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 16:33
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.