Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- keihard werken, zwoegen
- wringen, breken, kapot doen
zelfstandig naamwoord: gebruëk
zie ook bruëker, losbruëken
Ik probeerde die beton open te breken met de pioche, maar na een uur bruëken en wroeten had ik door dat ik iets anders moest verzinnen.
Bruëkt dat niet kapot.
braken
Ik heb zeker iets verkeerds gegeten, ik heb de hele nacht moeten bruëken.
iemand bezig houden
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewestelijk.
> In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
> (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
> In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.
zie ook: wiggel, in de ~ houden, wiggeling, in de ~ zijn, wiggelen
Ons dochterke van 11 maanden houdt ons van ’s morgens tot ’s avonds aan de wiggel.
iemand aan het lijntje houden
DBNL: In Zuid-Nederland: iemand aan (of in) den draai of in de(n) wiggel houden (Schuermans; Antwerpsch Idioticon; Waasch Idioticon)
WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewestelijk
> In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
> (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
> In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.
Als ge hem niet graag ziet, maak het dan uit. Ge moet die jongen niet in de wiggel houden.
iemand aan het lijntje houden
DBNL: In Zuid-Nederland: iemand aan (of in) den draai of in de(n) wiggel houden (Schuermans; Antwerpsch Idioticon ; Waasch Idioticon)
WNT: Wiggel, het wiggelen, het heen en weer gaan. Steeds in verb. in eenige nuances. Gewestelijk
> In, aan, op den wiggel zijn, blijven, bezig, in de weer zijn, blijven.
> (Iem.) aan den wiggel houden, (iem.) bezig houden, inz. in den zin van: (iem.) aan het lijntje houden; met looze beloften paaien.
> In den wiggel zijn, op handen, op til zijn; staan te gebeuren.
Als ge hem niet graag ziet, maak het dan uit. Ge moet die jongen niet in de wiggel houden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.