Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) goed, goede
zie ook tegoei, goeie
2) ruim
Hij heeft een nief lief. We zullen hem niet veel meer zien want hij zit op een goei wei nei.
De Nederlandse grens ligt op een goei 50 km van Herentals af.
1) hevige diarree (zie ook spetterpoep)
2) het vliegend schijt van iets krijgen: het op z’n heupen krijgen; in deze betekenis: Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
ook: webbe, er de ~ van krijgen, stöpkes, ergens ~ van krijgen
1) Gisterenavond bij de chinees gaan eten en vandaag heel de dag ’t vliegend schijt gehad.
2) Daar zou ik nu ‘t vliegend schijt van krijgen, van al die kookprogramma’s op tv.
zich ergens bovenmatig aan irriteren
ook: (maar dan in plattere taal) ergens ’t vliegend schijt van krijgen (schijt, het vliegend ~).
< stuipkes = stuipjes
ook in Antwerpen
Daar krijg in nu eens echt stöpkes van sè, van mensen die je beloven van die dag om dat uur en dan niet omzien. Ik krijg het vliegend schijt van dat soort mensen.
pikhouweel
idem als het Frans pioche
uitspraak in West-Vlaanderen: piosse
Gebruik de pioche om de grond los te kappen en er de stenen uit te halen.
- keihard werken, zwoegen
- wringen, breken, kapot doen
< eigenlijk brooken, uitspraak bruëken
zelfstandig naamwoord: gebruëk
zie ook bruëker, losbruëken
Ik probeerde die beton open te breken met de pioche, maar na een uur bruëken en wroeten had ik door dat ik iets anders moest verzinnen.
Bruëkt dat niet kapot.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.