Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    goei
    (bn.)

    1) goed, goede
    zie ook tegoei, goeie
    2) ruim

    Hij heeft een nief lief. We zullen hem niet veel meer zien want hij zit op een goei wei nei.

    De Nederlandse grens ligt op een goei 50 km van Herentals af.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 17:25
    2 reactie(s)

    schijt, het vliegend ~
    (uitdr.)

    1) hevige diarree (zie ook spetterpoep)

    2) het vliegend schijt van iets krijgen: het op z’n heupen krijgen; in deze betekenis: Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
    ook: webbe, er de ~ van krijgen, stöpkes, ergens ~ van krijgen

    1) Gisterenavond bij de chinees gaan eten en vandaag heel de dag ’t vliegend schijt gehad.

    2) Daar zou ik nu ‘t vliegend schijt van krijgen, van al die kookprogramma’s op tv.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 17:20
    0 reactie(s)

    stöpkes, ergens ~ van krijgen
    (uitdr.)

    zich ergens bovenmatig aan irriteren
    ook: (maar dan in plattere taal) ergens ’t vliegend schijt van krijgen (schijt, het vliegend ~).

    < stuipkes = stuipjes

    ook in Antwerpen

    Daar krijg in nu eens echt stöpkes van , van mensen die je beloven van die dag om dat uur en dan niet omzien. Ik krijg het vliegend schijt van dat soort mensen.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 17:12
    5 reactie(s)

    pioche
    (de ~ (v.), ~n)

    pikhouweel
    idem als het Frans pioche

    uitspraak in West-Vlaanderen: piosse

    PPPickaxe01

    Gebruik de pioche om de grond los te kappen en er de stenen uit te halen.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 16:59
    2 reactie(s)

    bruëken
    (bruëken, ~te, ge~t zw.ww.)

    - keihard werken, zwoegen
    - wringen, breken, kapot doen

    < eigenlijk brooken, uitspraak bruëken

    zelfstandig naamwoord: gebruëk
    zie ook bruëker, losbruëken

    Ik probeerde die beton open te breken met de pioche, maar na een uur bruëken en wroeten had ik door dat ik iets anders moest verzinnen.

    Bruëkt dat niet kapot.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 20 Jul 2018 16:58
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.