Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    sleuren, met een been ~
    (uitdr.)

    mank lopen, met een been slepen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Met een been sleuren, er mede trekken of sleepen. Gewestelijk in Zuid-Nederland. (Teirlinck, Zuid-Oost Vlaanderen).

    Na de lichte hersenbloeding sleurt mijn vriendin zo wat met haar been, zeker als ze vermoeid is na een dag werken.

    Onze hond heeft artrose in zijn heup en sleurt nu met zijne linker poot.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Sep 2021 17:02
    0 reactie(s)

    sleuren, met een been ~
    (uitdr.)

    mank lopen, met een been slepen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Met een been sleuren, er mede trekken of sleepen. Gewestelijk in Z.-Ndl. (teirl., Z.-O. Vl.).

    Na de lichte hersenbloeding sleurt mijn vriendin zo wat met haar been, zeker als ze vermoeid is na een dag werken.

    Onze hond heeft artrose in zijn heup en sleurt nu met zijne linker poot.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Sep 2021 16:59
    0 reactie(s)

    wiedaaf
    (bijwoord)

    veraf

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Wijdaf, zeer verwijderd, op grooten afstand; veraf. Gewest., in de aanhaling in Nederlands-Limburg
    ‘Wietaaf, veraf, ver of wijd van hier’ Schelberg (1979).

    Ôs sjwal loog wiedaaf.
    Onze school lag veraf.

    Van wiedaaf koosj ich zeen das dich ’t woars.
    Van veraf kon ik zien dat jij het was.

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 02 Sep 2021 16:58
    0 reactie(s)

    deemsterig

    schemering

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: deemsterig
    ”Te wetene alleene, is mijn begheerte, Welc den meesten troost is, den menschen stervende, Van desen tverstant, moet ic zijn verwervende, Oft therte blijft, in een deimsterich haken”, Gentsche Sp. (1539)

    Het is deemsterig nu met die zonsverduistering.

    Als het deemsterig wordt, moet den hond binnenkomen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Sep 2021 16:57
    0 reactie(s)

    zeisel
    (zn. vr.)

    zeis

    zeisel is een bijvorm van zeisen
    uitspraak in de Kempen: zaasel
    zie ook zaasie

    < Het oorspronkelijke woord was zeisen.
    Zeis is ontstaan uit zeisen, het oorspronkelijke enkelvoud dat als meervoudsvorm aangevoeld werd, waardoor de -en werd afgestoten (Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Eerst de zaasel slijpen want met een botte kunt ge het ges ni afdoen (gras afdoen).

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 02 Sep 2021 16:56
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.