Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    vremde
    (zn. m. ~n)

    vreemdeling

    West- Vlaanderen “vremde zijn van iets”: iets niet kennen of niet weten

    Antwerpen: “ieverans vremd zijn”: ergens de weg niet kennen, “in de vremde”: in het buitenland, van de vremde zijn: van verreweg

    meervoud: vremde of vremden (zie voorbeelden)

    vergelijk Duits “fremd”

    In Kortrijk zijn der heel wat vremde!

    In het begin dat we hier woonden, waren we vremden van alles.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2025 17:47
    2 reactie(s)

    trunten
    (ww. trunte, getrunt)

    de flauwerik uithangen

    vnw:
    •niet opschieten, treuzelen, dralen
    •zeuren, jengelen

    Ge moet zo niet zitten trunten, ’t is maar een klein wondje.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2025 17:34
    0 reactie(s)

    trunte
    (de ~ (v.), ~n)

    iemand die gedurig sip, treurig kijkt

    vnw: trut, futloze vrouw, zeurkous

    < Bij De Bo (1873):
    TRUNTE
    v. Hetzelfde als Trutte, Bij ’t grauw gebruikelijk.
    - Dochter, vrouw, even als trutte, doch met dit verschil dat trutte een gedacht van ondeugd bevat en afkeer verwekt, daar integendeel eene trunte deugdzaam is, maar vreesachtig en besluiteloos van karakter, anders gezeid eene kwene. (… )
    Eene die kleenmoedig en talmachtig te werke gaat, en bij de minste moeilijkheden of hinderpalen klaagt en kriept.
    “Eene verdrietige, onverdragelijke trunte.”

    zie ook truntaard, truntepater

    Zie die trunte, het is weer niks goed aan dat eten.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2025 17:32
    4 reactie(s)

    tuffen
    (ww., tufte, getuft)

    speken, spuwen
    tuffer (m.), tufster, vr. die tuft
    znw: het getuf

    niet gebruikelijk in de stad Antwerpen

    Van Dale 2005: 3. (gewestelijk) spuwen
    Van Dale online 2014: (informeel) spugen

    zie ook uittuffen

    Vroeger stonden in de kerk tufpotten of speekbakken zodat de mannen hun sjiek erin konden tuffen.

    Wie doet er mee met een wedstrijdje kersepitten tuffen?

    Probeer zo ver mogelijk te tuffen (met water). (chirojeugd Vlaanderen: http://www.spelensite.be/spel/punkspel)

    “Men ”tufte” eens op het hout (van de strekellat) en haalde het vervolgens door het zand van een molshoop.” V. Vessem (Kalmthout, 1956).

    Kinderlogica: hoe noemt men een dier dat tuft? Een tufdier.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2025 17:05
    14 reactie(s)

    uittuffen
    (ww,. tufte uit, uitgetuft)

    uitspeken, uitspuwen

    gebruikelijk in heel de Kempen en in de grensgebieden Vlaams-Brabant, Limburg, Ned. Brabant
    niet gebruikelijk in de stad Antwerpen

    zie ook speken, tuffen

    Banaan is lekker. Maar banaan verwerkt in gerechten vind ik vies van smaak. Als dat in mijne mond komt, ik tuf dat boenk terug van waar het gekomen is.

    ‘Papier moet ge niet opeten, tuft dat uit’ zei ze tegen haren hond.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 22 Jul 2025 17:02
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.