Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zin, lust, trek
voor, in, naar, achter iets
DS2015 geen standaardtaal
Dit woord werd door Radio 1 in Vlaanderen verkozen tot mooiste Nederlandstalige woord
wnt: Modern lemma: goesting
GUSTING; daarnaast ook GOESTE
↪ Het Fransche woord goût (Oudfrans goust, van Latijn gustus) met het Germaansche achtervoegsel -ing. In Noord-Nederland uitsluitend in enkele zuidelijke tongvallen (gusti of gusting) in Zuid-Nederland in meer algemeen gebruik (De Bo (1873), Schuermans (1865-1870)). Lust, trek, zin, smaak; al naar het verband.
uitdrukkingen:
West-Vlaanderen: goeste, begoest (op), goestendoender,
zin, lust, trek
voor, in, naar, achter iets
DS2015 geen standaardtaal
Dit woord werd door Radio 1 in Vlaanderen verkozen tot mooiste Nederlandstalige woord
wnt: Modern lemma: goesting
GUSTING; daarnaast ook GOESTE
↪ Het Fransche woord goût (Oudfrans goust, van Latijn gustus) met het Germaansche achtervoegsel -ing. In Noord-Nederland uitsluitend in enkele zuidelijke tongvallen (gusti of gusting) in Zuid-Nederland in meer algemeen gebruik (De Bo (1873), Schuermans (1865-1870)). Lust, trek, zin, smaak; al naar het verband.
uitdrukkingen:
West-Vlaanderen: goeste, begoest (op), goestendoender,
zin, lust, trek
voor, in, naar, achter iets
DS2015 geen standaardtaal
Dit woord werd door Radio 1 in Vlaanderen verkozen tot mooiste Nederlandstalige woord
wnt: Modern lemma: goesting
<span class="caps">GUSTING</span>; daarnaast ook GOESTE
↪ Het Fransche woord goût (Oudfrans goust, van Latijn gustus) met het Germaansche achtervoegsel -ing. In Noord-Nederland uitsluitend in enkele zuidelijke tongvallen (gusti of gusting) in Zuid-Nederland in meer algemeen gebruik (De Bo (1873), Schuermans (1865-1870)). Lust, trek, zin, smaak; al naar het verband.
uitdrukkingen:
West-Vlaanderen: goeste, begoest (op), goestendoender,
vroedvrouw, baker
Uitspr.: nadruk op eerste lettergreep (stoottonig, met ontronding: waajsvroo)
Vrigger wos ‘t de gewènte dat de waajsvroo bij kènder wo ze op de wêrd braach den hélligennaom Ghislenus of Ghislain(e) mètgoêf, petraun tiëge de steipkes. (vroeger was het gebruikelijk dat de vroedvrouw aan kinderen die zij hielp geboren worden de toenaam ’Ghislenus’ of "Ghislain(e)’ meegaf, patroonheilige tegen de stuipkes, om het kind voor deze ziekte te behoeden)
klokhuis van een appel
We hadden vlaaien gemaakt en de appelkitsen in de wei gegooid voor de ganzen, maar het waren de honden die met een groot deel ervan gingen lopen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.