Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    superette
    (zn. v., ~n)

    kleine supermarkt of uit de kluiten gewassen zelfbediendingskruidenier

    vnw: kleine supermarkt

    Van Dale 1995: Belg.

    Bij Francine was vroeger een eenvoudige kruidenier. Ge moet nu eens gaan kijken: een moderne superette met twee kassa’s en, niet onbelangrijk, zondags ook open.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Sep 2025 09:19
    0 reactie(s)

    regentaat
    (het ~, -en)

    lerarenopleiding aan de normaalschool

    vnw: (bnl.) niet-academische opleiding tot leraar aan de lagere klassen van de middelbare school

    Zie ook regent, regentes

    Ik heb tijdens mijn regentaat Nederlands en geschiedenis als hoofdvakken gekozen.

    Regentaat Plastische Kunsten staat op mijn diploma.

    Je kiest voor de educatieve bachelor secundair onderwijs met twee onderwijsvakken (het vroegere regentaat). (mechelen.be)

    Deboosere haalde zijn kandidatuur in de natuurwetenschappen en zijn regentaat Nederlands, Engels en geschiedenis (vrt.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Sep 2025 09:19
    0 reactie(s)

    postkaart
    (zn. v.; ~en)

    een slappeling

    Fré is een postkaart!!!!!!! (chirobornem.be)

    Ge zijt nen echte vent of ge zijt een postkaart he (noxa.net)

    > andere betekenis van postkaart

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Sep 2025 09:18
    0 reactie(s)

    brubbelen

    zie broebelen

    -

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Sep 2025 09:17
    0 reactie(s)

    boerkoos
    (zelfst. naamw. m. boerkozen)

    groentekweker

    < van het Middelnederlands broeckoys: samenstelling van broeck (moeras) en de Middelfranse uitgang -oys (bewoner van, man van, bijvoorbeeld zoals in Bruxellois). In de loop van de eeuwen werd broeckoys vervormd tot broekois, boerkoos, berkoos, berkuus, perkuus.

    “Berkoos. – Lezing door Isidoor Teirlinck.
    Spreker deelt den tekst of den inhoud mede van een aantal oorkonden betreffende het broekois-ambacht te Brussel, van af de XIVe eeuw. De leden daarvan, warmoezeniers van beroep, woonden in het gedeelte van Brussel dat toen Orsendale heette, of ook het Broekland. Ze worden ook die Broekluden genaamd. In lateren tijd wordt de benaming broekois vervormd tot boerkoos en thans is de uitspraak berkoes.
    Er kan niet aan getwijfeld worden dat Broekois eene Fransche afleiding van het woord broek is, later in het Brusselsche Nederlandsch overgenomen. De gangbare etymologie uit het Frans précoce moet zeker als verkeerd beschouwd worden.” (Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1927)

    “Onder meer door de geringe beschikbare oppervlakte zijn plaatselijke tuinders (ook boerkozen genoemd) zich verder gaan specialiseren in zeer arbeidsintensieve teelten zoals radijzen, veldsla en busselajuin.” (boerenbond.be)

    Regio Brussel
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Sep 2025 09:17
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.