Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    los
    (de ~ (m.), geen mv.)

    een uitgang, meestal van een stuk landbouwgrond

    wnt:
    Weg of pad waarlangs men van een niet aan den openbaren weg gelegen stuk land op dezen kan komen, uitweg. In Vlaanderen.
    - Ook voor een uitloop, afvoer, van water (Loquela (Wdb.) 1907).
    Samenst. Landlos (De Bo 1873)

    ook in de Kempen

    zie ook: mennegat en de andere definities van los

    De boer kwam klagen, hij kon niet op zijn land want er stond een auto op zijn los.

    Zet de auto maar aan de kant en niet op de los want dan snijdt ge den doorgang af en kan den boer straks niet op zijn veld.

    > andere betekenis van los

    Regio Leiestreek
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 17:45
    1 reactie(s)

    strunkelen
    (ww., strunkelde, gestrunkeld)

    struikelen, stronkelen

    ook in provincie Antwerpen.

    wnt: In een groot deel van het brabants en een deel van het vlaams taalgebied (Teirlinck: streunkelen) een bijvorm van stronkelen

    Van Dale 2012 online: gewestelijk: stronkelen, strompelen

    zie ook tsjobbelen

    Ik ben over mijn eigen voeten gestrunkeld.

    “Hij strunkelden over ’ne’ steen en hij viel”, Cornelissen-Vervliet (1899).

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 15:49
    3 reactie(s)

    mook
    (de ~ (v./m.), -en)

    een moot of snede vis, groot genoeg om te koken. (10-12cm)

    wnt: Vischmook, in Antw. voor -moot.
    Visch was destijds te Antwerpen goedkoop …: schol (gedroogde visch) …, in smout gebakken vischmooken, behoorden tot het gewone voedsel van den minderen man, Seghers en De Bock, Binnenvaart. 60 (1942).

    Aan het viskraam op de markt of in de vishandel snijdt de visboer voor u een schone (schoon) mook schelvis af. Hij houdt het mes eerst op het vissenlijf, dan verschijnt er een vraagteken op zijn voorhoofd. Meer of minder?

    MOOK (scherpe o), znw., v. – Hetzelfde als Moot, snede visch. ‘Ne’ vis(ch) in mooken snij(d)en.” P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen).

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 15:48
    0 reactie(s)

    kom
    (zn. v. -men)

    - recipiënt, groter dan een kopje
    - gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
    - de hoeveelheid die zo’n kom bevat

    vnw: in België vaak voor: schaal, schotel, pan

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1

    wnt: Kom
    Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In Noord-Nederland is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
    vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, Courtmans-Berchmans, Gesch. v.d. J. (1864).

    zie ook kom koffie

    ALGDrinkingTejate
    Man drinkt uit een kom

    Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…

    Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 15:48
    4 reactie(s)

    koffer
    (zn. m./o.; -s)

    kofferbak van auto

    vergelijk valies

    in Antwerpen onzijdig, elders mannelijk (zie ook Vlaamse geslachten)

    wnt: koffer: znw. mannelijk (vroeger en gewestelijk nog wel onzijdig)

    < In het Frans ontstond o.a. de betekenis coffre ‘bagagebak aan de achterzijde van een rijtuig’ (1690; Rey), vanwaar ‘laadruimte van een personenauto’ (eind 19e eeuw; Rey). Deze laatste betekenis is ook in het Nederlands ontleend, maar is alleen algemeen bekend in het Belgisch-Nederlands; in het Noord-Nederlands verkiest men de samenstellingen kofferruimte (1937; Vaderland) of kofferbak. (M. Philippa e.a.)

    zie ook wegcode

    Suzuki SX4 Kofferraum

    De koffer van onze auto is heel ruim.

    “De chauffeur had een vriend laten plaatsnemen in het koffer omdat hij niet wilde dat zijn baas zou merken dat hij iemand gratis vervoerde.” (standaard.be 1 mrt. 2007)

    “In het koffer waar normaal het reservewiel ligt, zit de batterij en de subwoofer dus nergens geen plek voor een reservewiel.” (autofans.be 7 feb. 2017)

    “Op de achterbank is er voldoende beenruimte, en het koffer is heel groot. De auto is niet te breed, en dat is handig in smalle straatjes.” (radio2.be/spits/ 16 jun. 2016)

    > andere betekenis van koffer

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 15:48
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.