Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    manneke, het ~ zijn
    (uitdr.)

    1) het beste, iets wat helemaal aan de verwachting voldoet
    2) in het centrum van de belangstelling (willen) staan (een persoon)

    1) “’t Strand van Sint-Anneke
    voor mij is da ’t manneke
    daar kan niks of niemand ni aan.” De Strangers

    2) Met zijn plechtige communie was hij ’t manneke natuurlijk. Hij kon niet genoeg krijgen van al die aandacht, en vooral niet van de cadeaukes.

    3) Hij dacht dat hij ’t manneke was met zijn schoon kostuum achter het stuur van zijne porche. Maar hij sloeg bleek uit toen er ne ferrari naast hem kwam parkeren.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 04 Nov 2010 14:27
    1 reactie(s)

    rotten, dat is voor te ~

    uitdrukking van onmacht, tegenslag of een combinatie

    ook wel: om te rotten (zie voor en voor, het is ~ te)

    Vijf cijfers van de Lotto just en het lotje niet meer vinden, dat is toch voor te rotten.

    Als vent staat ge er op te kijken hoe uw vrouw aan het bevallen is en ge kunt niks doen, dat is toch om te rotten.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Nov 2010 22:28
    0 reactie(s)

    pruimen
    (uitdr.)

    Niks van! Dat zal niet waar zijn! (benadrukt)

    Uitroep, meestal in de combinatie: “pruimen, gij!”

    Vanmiddag naar tante Julia? Pruimen gij! Ik heb met de Jean al afgesproken om naar de cyclocross te gaan.

    Pruimen gij, ik heb die autosleutels niet in mijn handen gehad. En zeker niet verloren gelegd.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Nov 2010 14:01
    0 reactie(s)

    aan
    (vz.)

    bij

    in de uitdr. “ergens aan kunnen, aan komen”: bij kunnen, bij komen, (kunnen) bereiken

    ook figuurlijk: niet kunnen evenaren of overtreffen

    Aan die tak kan ik niet aan, ik ben te klein.
    Zet de koekjesdoos maar boven op de kast, dan komen de kinderen er niet meer aan.

    Mijn score met pacman is 23638 punten, daar kunde gij niet aan, he?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Nov 2010 12:40
    0 reactie(s)

    cinema
    (zn. m.; ~`s)

    komedie, schertsvertoning
    ook wel: voor de show

    Wat ne cinema die politiek van tegenwoordig.

    Ze is cinema aan het spelen, ze bleit voor niks. Ze is niet ziek, ze wil gewoon niet naar school.

    Zij doet dat voor de cinema zodat ze in het middelpunt van de belangstelling staat.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Nov 2010 10:14
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.