Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    boontje, loontje komt om zijn ~
    (uitdr.)

    - iedereen krijgt zijn verdiende straf ( dikwijls als verwittiging)

    zie ook loontje komt om zijn boontje

    SN: Boontje komt om zijn loontje

    VRT-Taalnet: Loontje komt om z’n boontje of Boontje om z’n loontje?
    In het hele Nederlandse taalgebied komt Boontje om z’n loontje, maar in het zuiden – bij ons in Vlaanderen – hoor je ook wel eens dat Loontje om z’n boontje komt.

    wnt: vooral in Zuid-Nederland, omgekeerd: Loontje komt om zijn boontje (zie b.v. Conscience ed. 1868), gezegd wanneer iemand de gevolgen van een vergrijp ondervindt.

    zie ook Vlaamse volgorden

    Hij werd door zijn vrienden verschei keren verwittigd (verwittigen) en toch bleef hij zonder autoverzekering rond rijden. Tot hij voor een politiecontrole moest stoppen wegens te hard en te roekeloos rijen. Zijn rijbewijs werd ingetrokken en zijn auto in beslag genomen. Tja, loontje komt om zijn boontje.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:25
    2 reactie(s)

    genoffel
    (de ~, (v.), ~len, ~s)

    1) anjer
    2) vrouwelijk geslachtsdeel
    3) bijnaam voor een vrouw (in de Kempen)
    4) koosnaampje voor een kindje, een meisje (in de Kempen)

    uitspraak: zjenoffel, zjenoefel: met doffe e zoals in ‘het’
    uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje)

    < Frans: girofle (hoewel dit een andere plant is; clou de girofle = kruidnagel)

    Van Dale online 2017: ge­nof­fel, 1287, va­ri­ant van gi­rof­fel
    - niet al­ge­meen an­jer, an­je­lier
    - vormvariant jenoffel, gi­nof­fel

    wnt: De oude naam van de anjer is genoffel (uit ouder g(e)roffel ‘anjer; kruidnagel’ < Frans girofle ‘kruidnagel’ < Laatlatijn caryophyllon < Grieks karuophullon). Dit woord en varianten ervan komen plaatselijk nog voor in Zuid-Nederlandse dialecten.

    Limburg: kernoeffel

    Dianthus caryophyllus

    Hij had voor zijn afspraakje een witte zjenoffel op de rever van zijn vest gestoken.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:24
    6 reactie(s)

    appelkok
    (de ~ (m./v.), -ken)

    abrikoos, in het Antwerpse ook perzik

    < via Spaans albercoque (nu albaricoque) en/of Portugees albricoque ontleend aan Arabisch الْبَرْقُوق‎ / al-barqūq < Grieks prekókkion < Latijn (Persicum) praecoquum praecox ‘de vroegrijpe (perzik)’.

    wnt bij appelkoos:
    Gewestelijke volksuitspraak, in verschillende streken in gebruik, voor abrikoos. — Te Maastricht zegt men appelekouw.
    — Voorheen ook apperkoos en in het Zuiden nog thans appelkok, evenals abrikok naast abrikoos.
    Men houdt voor goet Perseken op Apperkoos geoculeert, Verm. Landt-lev. (1668).
    — Appelkok, appelekok … Abrikoos, Cornelissen-Vervliet (1899).
    ’t Bleeke geel van fluweelige perziken en appelkokken, F. Timmermans, Pallieter (1916).

    Nicoline van der Sijs, Spaanse leenwoorden in de Nederlandse dialecten: Het Brabantse abrikok ‘abrikoos’, ook volksetymologisch veranderd in appelkok, gaat terug op het Spaanse albaricoque, albicoque, waarbij l wegviel voor b. Het Standaardnederlandse woord abrikoos is daarentegen ontleend via het Frans.

    De appelkokken zijn dit jaar vroeg en klein, maar om duimen en vingers af te likken (duimen en vingers aflekken).

    Wie weet naam voor nieuwe perzik?
    Fik zelf zou de vrucht graag de Wommelgemse Appelkok noemen. “Appelkok was de enige naam voor perziken die ik als kind te horen kreeg." (hln.be 4 sep. 2015)

    “Appelkok, antwerps oud dialekt, daarna werd het peche, nu perzik, als ze zo lekker smaken als toen ik kind was, welkom en succes.” (reactie op voorgaande)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:24
    7 reactie(s)

    compassie
    (de ~ (v.))

    medelijden
    zie ook: medelij

    < Frans compassion <Lat.compassio < pati, lijden.

    vnw

    wnt:
    znw. vr. Ontleend aan latijn compassio en frans compassion.
    Medelijden, deernis. Thans alleen in Zuid-Nederland.
    “Hebt medelijden, hebt compassie, hier met een armen blindeman”, Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
    “Compassie strijkt geen zalf, medelijden alleen is niet genoeg” (Cornelissen-Vervliet)

    Belgisch-Nederlands volgens het Instituut voor Nederlandse Lexicologie

    Van Dale 2016: 1 me­de­lij­den
    •com­pas­sie heb­ben met …

    zie ook zonder compassie

    Ik had compassie met die vrouw in haar rolstoel.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:24
    1 reactie(s)

    bedodden
    (ww. bedodde, bedod)

    in ’t zak zetten, bedriegen, foppen, misleiden.
    zie ook rollen, zak, in ’t ~ zetten

    < bedodden is een oudere vorm van bedotten. Het is een afleiding met be- van het Middelnederlandse werkwoord dodden, voor de gek houden.
    De Zuidnederlandsche vorm bedodden, is de eenige die voorkomt bij KILIAAN; de vorm bedotten daarentegen is wellicht uit meer noordelijke en oostelijke tongvallen in de algemeene taal doorgedrongen. (uit het wnt en M. Philippa)

    Hij had er een handje van weg om mensen te bedodden. Nu heeft hij lik op stuk gekregen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:23
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.