Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    uitdraaien, verkeerd ~
    (uitdr.)

    verkeerd aflopen

    ‘uitdraaien op’ is SN
    VD95: (gew) slecht, lelijk uitdraaien

    Het bw. kan inderdaad varieren: verkeerd, slecht, desastreus, …

    vgl. uitdraaien

    Het gaat daar in Egypte voor die president faliekant uitdraaien zo te zien.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 22 Jun 2025 07:36
    1 reactie(s)

    uitdraaien
    (ww. draaide uit; uitgedraaid)

    aflopen

    opm: uitdraaien op is SN

    vnw: slecht/goed uitdraaien: slecht/goed aflopen

    In de Deense stad Vordingborg is de ontploffing voor de afbraak van een oude silo verkeerd uitgedraaid. (vrt.be)

    Ontslag draait goed uit voor Janne (27): “Ik ga nu volledig …" (nieuwsblad.be)

    Robbe (17) zocht een vakantiejob, maar dat draaide helemaal anders uit. (hbvl.be)

    Het plannetje van Mourinho na de openingsgoal na 57 seconden draait slecht uit. (sporza.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 22 Jun 2025 07:35
    0 reactie(s)

    uitdoen
    (ww. deed uit, heeft uitgedaan)

    in verschillende betekenissen:

    1. rooien (aardappelen uitdoen)
    vnw: rooien: uit de grond halen: aardappelen uitdoen

    (Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal)

    2. afmaken (het jaar niet uitdoen)
    (Van Dale 2013 online:Belgisch-Nederlands, algemeen)

    3. doorhalen, schrappen (een naam op een lijst uitdoen)

    vnw: wegvegen, uitwissen

    (Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen)

    4. zijn straf uitzitten; uitzitten; voltooien

    vnw: tot het einde toe doorlopen, voltooien
    -zijn straf uitdoen, zijn straf uitzitten
    -zijn tijd uitdoen, zijn tijd uitdienen

    (Van Dale 2013 online:Belgisch-Nederlands, algemeen)

    Ik moet mijn jaar nog uitdoen, tenminste als ze mijne naam niet hebben uitgedaan in het register, maar eerst wil ik nu mijn aardappelen uitdoen.

    De wet-Lejeune, die gewijzigd werd tijdens het proces van De Gelder, stelt dat wie tot 30 jaar of levenslang veroordeeld wordt, voortaan zeker minstens 15 jaar van zijn straf moet uitdoen in plaats van 10 jaar.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 22 Jun 2025 07:30
    0 reactie(s)

    uitbrengen
    (ww. bracht uit; uitgebracht)

    bekendmaken

    vnw: onthullen, openbaren, verklappen

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1

    Daarmee verwees hij, volgens de Washington Post, dat het nieuws uitbracht, naar onder meer Haïti, El Salvador en Afrikaanse landen. (hln.be)

    De rangschikking is uitgebracht door de krant The Guardian. (vrt.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 22 Jun 2025 07:25
    0 reactie(s)

    uitbreiding nemen
    (uitdr.)

    (zich) uitbreiden, toenemen

    vnw: uitbreiding nemen: in oppervlakte toenemen of zich verspreiden van vuur

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    Frans: prendre de l’extension

    De brand nam snel uitbreiding naar de eerste verdieping.
    De handel in exotische dieren neemt uitbreiding. (VRTtaal.net)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 22 Jun 2025 07:24
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.