Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uitspoken, uitrichten, al foefelend iets doen, uitsjamfoeteren
Terwijl ik even met de mama aan het babbelen was, had ze haar jas uitgefoefeld en was met de grote zus (van het vriendje) naar de speelkamer geglipt. (9maand.be)
Lefoefelaere zal zich ook hier wel weer uitfoefelen op zijn eigen onnavolgbare wijze. (wielerflits.be)
uitspoken, uitrichten, al foefelend iets doen, uitsjamfoeteren
Terwijl ik even met de mama aan het babbelen was, had ze haar jas uitgefoefeld en was met de grote zus (van het vriendje) naar de speelkamer geglipt. (9maand.be)
Lefoefelaere zal zich ook hier wel weer uitfoefelen op zijn eigen onnavolgbare wijze. (wielerflits.be)
- knoeien, prutsen
- frauderen, sjoemelen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
“Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
2. Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.
“Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)
zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel
> andere betekenis van foefelen
Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.
We hebben wat gefoefeld met de belastingen.
Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard
elastiek
zie ook snare
kust en Westhoek: rekkel
Van Dale 2014 online: gewestelijk
Typisch Vlaams: Geen Algmeen Nederlands; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 6; Rekker is in Belgisch-Nederlands een algemeen woord voor alles wat rekt, van een ‘rekkertje’ (elastiekje) tot een snelbinder.
zie ook rekker, het aan zijne ~ hebben, rekker, aan de ~ hangen
We zullen het doosje afsluiten met een rekkerke.
De rekker van mijn pyjama is gespokt riep opa. Slaap dan maar in uw onderbroek tot ik er een nieuwe heb ingestoken, antwoordde oma. (zie spokken)
snelbinder, velorekker
Typisch Vlaams: Geen Algmeen Nederlands; Gangbaarheid: 3; Vlaamsheid: 6; Rekker is in Belgisch-Nederlands een algemeen woord voor alles wat rekt, van een ‘rekkertje’ (elastiekje) tot een snelbinder
zie ook andere betekenissen van rekker
Zo kan ik nog 1000 en 1 voorbeelden ophalen waarbij ze me letterlijk lieten staan, bv.: mijn rekker van mijn fiets zat in mijn wiel en iedereen reed door (bloggen.be)
de fiets en accessoires (helm, fietstas, pomp, slot, sleutels, rekker en batterij voor een elektrische fiets) (thebikeproject.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.