Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vnw: chef van de politieke medewerkers van een minister
zie kabinetchef
-
hoofd van het kabinet
ook: kabinetschef
De kabinetschef van de Koning wordt beschouwd als het politiek geweten van de Koning.
Een kabinetschef is in de Belgische politiek de persoon die een kabinet leidt. (wikipedia)
Ri De Ridder wordt kabinetchef Volksgezondheid in de federale regering. (doktersvandewereld.be)
1. groep medewerkers van een ministerie
Van Dale 2016: in BE: de persoonlijke medewerkers en raadgevers van een minister of staatssecretaris, die niet tot de ambtenarij behoren en die na zijn ambtsperiode weer uit het ministerie verdwijnen.
zie ook cabinetard, kabinetard, kabinetsattaché, kabinetsadviseur, kabinetchef
2. praktijkruimte, praktijk, dokterskabinet
Van Dale 2016: BE praktijkruimte van een beoefenaar van een vrij beroep, m.n. van een arts, advocaat…
DS2015 geen standaardtaal
vnw: praktijk van een dokter, tandarts enz., spreekkamer, behandelkamer
3. WC, toilet (regio Brugge, prov. Antwerpen)
vnw
4. kabernet (uitspraakvariant, dialectische vorm): toilet
- naar het kabernet gaan = naar het toilet gaan (Antwerpse Kempen: Lier)
1. Ik werk voor het kabinet van Binnenlandse Zaken.
Hebt u toch nog een andere vraag of opmerking, neem dan contact op met het kabinet Weyts via onderstaand formulier. (http://www.benweyts.be/)
2. De dokter doet bij hem thuis visite in zijn kabinet.
Daarom vragen wij om zoveel als mogelijk gebruik te maken van de raadplegingen in het kabinet van de dokter. (website van een groepspraktijk)
3. Ik zit in het kabinet om een plaske te doen
4. Ge gaat naar het kabernet om een grote of een kleine commissie te doen (komisse, uw ~ doen).
bar waar vrouwen voor de venster zitten
vnw:
•kroeg, louche café
•bordeel
in Antwerpen: kabbardoesj
< De naam zou afkomstig zijn van een verbastering van het Franse begrip: cabaret douze. In de 19e eeuw werden in Frankrijk namelijk de herbergen (cabarets; van het Picardisch: camberet = kleine kamer, zie ook: chambrette) in categorieën verdeeld. Categorie 12 (douze) was de laagste categorie. (Wikipedia)
< Napoleon Bonaparte gaf aan elk beroep een nummer. Een bordeel kreeg het nr. 12 en heette voortaan Cabaret douze. (Antwerps dialect)
In een kabberdoeske zijt ge rap uw geld kwijt.
schiften, kappelen, schee, kezelen, meestal gezegd van vloeistoffen
vnw: in België ook: schiften, vooral van melk
Van Dale online: gewestelijk
Etymologiebank: kabbelen ww. (gewestelelijk) ‘schiften (van melk)’, eig. ‘brokkelig worden’
Teveel vetstof heeft de witte wijnsaus doen kabbelen.
Citroen bij melk dan krijgt ge een gekabbelde substantie.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.