Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ik kende het alleen als “(naar de) genollen”, als ‘zjenolle’ uitgesproken.
hmm kunde da nader verklaren?
Is het dus bijv.
“zijnde jun op zondag en op hetzelfde uur”, of iets dergelijks?
Of is het daarentegen “we spreken jun af”, betekenend “zelfde plaats zelfde tijd volgende week” oid?
Dan vergette nog “diplommen”, “camionnen”, “programmen”, “trammen” enzovoort enzoverder. De meeste (Romaanse) leenwoorden die op ne medeklinker eindigen en wier leste lettergreep beklemtoond is, (eventueel omdat ze hun doffe -e verloren hebben) krijgen volgens mij in traditioneel Boerenvlaams meestal automatisch een -e(n) meervoud.
t hangt ervanaf hé Haloewie, of de n- uiteindelijk ook door analogie wordt meegenomen naar plaatsen in de zin waar ze normaal niét zou staan (bijvoorbeeld in het meervoud)
Als het “ééne nachtenoen” is en “twéé nachtenoenen” zijn dan is de spelling met n wel te verdedigen. Vergelijk ook het standaardnederlands dat het omgekeerde soms heeft: een naak > een aak (boot); een nadder > een adder (slang); vgl latijn NATRix
Volgens een of andere bron (herinner nimeer just dewelke) ook in Antwerpen, of toch vroeger;
Zou het meervoud “sletten” zijn, “sledden” of “sleden”/“sledes”/nog iet anders?
Diminutief sletje/sletteke?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.