Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
blijkbaar zelfs extra gebruikelijk in West-Vlaanderen (Brugge toch), was van de zondag met ne maat een bergtocht aan’t maken en dieje zee constant “ik stukte”, “stukte je?” enz percies of ze daar Overtwater de werkwoorden vallen/struikelen helemaal nooit niet gebruiken. Duurde nen tijd voor ik doorhad da stukt = stuikt = valt ;)
owja t was bij heed da ’k mij herinnerde dit woord al is tegengekomen te zijn
“hee(d)piĆ«ling”, ook: “huipeling” (hoofdkussen, peluw)
Naar ’t schijnt van huu(f)d (hoofd) en peling, peluw (kussen). Dus eigenlijk een hoofdpeling/hoofdpeluw. Volgens mij ook nog tegengekomen in vormen als heupeling, hepeling enz.
geen idee van de regio, ik gebruik het zelf maar ken het vooral van kennissen uit oostvlaanderen.
Dus de a van vraa (vrouw?)
of die van aantwaarpe? Wat zou dan volgens jullie uitspraak (Bon/Haloewie) de beste spelling zijn?
Ik heb der is ne keer goed over nagedacht waar ik die spelling ‘assangseur’ dan wel vandaan had want zelf gebruik ik het woord helemaal nie, en volgens mij had ik het ooit zo gelezen in ne strip van Piet Pienter en Bert Bibber die toch regelmatig Vlaams taalgebruik bevatten, net even gecheckt of die wel uit Antwerpen kwamen en niet gewoon uit een ander dialect maar Pom komt volgens Wikipedia uit Berchem. Vreemd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.