Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
in zijn botten slagen, opeten, verorberen
zie ook kas en botten, in zijn ~ slaan
SN: wegwerken, naar binnen werken, achteroverslaan (bij bier)
ook: kas, iets in zijn ~ spelen
Wat die allemaal in zijn kas slaagt dat is ongelooflijk: een groot pak friet, ne cervela, dubbel portie stoofvlees, een kwak mayonaise er op…
opeten, verorberen
facebook.be: Hij komt 0,000 000 005 procent te kort, hij zou beter een biefstukske in zijn kas spelen
iets opeten
VD online: Belgisch-Nederlands, informeel, synoniem: opeten
Hij had geen tijd om te eten. Rechtstaand smeerde hij een paar boterhammen die hij rap naar binnen speelde. Lauwe koffie moest alles doorspoelen.
spelend kind, speels kind
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
WNT: speelvogel: In N.-Ndl. niet meer bekend.
- Grappenmaker; pretmaker; speelsch kind. Spêl-voghel. … Lusibus iocisque deditus, homo voluptarius, kil.
- Potsenmaker; pias; kluchtspeler.
De freubels waren heel de namiddag druk bezig met hun speelvogels.
Op het oudercontact heeft de meester wel gezegd dat Bertje een speelvogel is. Hij zou moeten leren meer opletten.
- ding, toestand, bedoening
- het mannelijk geslachtsdeel
04/10/10 in Man Bijt Hond een vrouw over een buil op het hoofd van haar man: “Dat spel op zijne kop…”
Hij hee(ft) veel haar op z’n spel
Dat is een gans spel om ne pc in een netwerk te koppelen zenne.
speling, ruimte
VD online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Er zit te veel spel op zijn aandrijfriem, de motor draait door.
Hij heeft de Ikea-meubelen volgens het boekske in elkaar gezet, maar er zit nogal veel spel op de deuren.
Er is niet veel spel meer in de onderhandelingen.
ook in de Kempen
Jammer dat men zoveel spel maakt in de snookerzaal.
speling
VD online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Er zit te veel spel op zijn aandrijfriem, de motor draait door.
iets opeten
VD online: Belgisch-Nederlands, informeel, synoniem: opeten
Hij had geen tijd om te eten. Rechtstaand smeerde hij een paar boterhammen die hij rap naar binnen speelde. Lauwe koffie moest alles doorspoelen.
huwelijksreis
zie ook speelvoyage
WNT: Speelreis. In Z.-Ndl. (zelden ook in N.-Ndl.): huwelijksreis.
Wanneer nog een zoon, of dochter van u trouwt, laat ze toch een speelreisje in België doen, willems, Br. 142 (1836).
Jozef en Lena, die den dag te voren getrouwd waren, maekten volgens vlaemsche gewoonte hunne speelreis, delcroix, Geld of L. 150.
Onze grootouders gingen op speelreis naar Banneux.
huwelijksreis
zie ook speelvoyage
WNT: Speelreis. In Z.-Ndl. (zelden ook in N.-Ndl.): huwelijksreis.
Wanneer nog een zoon, of dochter van u trouwt, laat ze toch een speelreisje in België doen, willems, Br. 142 (1836).
Jozef en Lena, die den dag te voren getrouwd waren, maekten volgens vlaemsche gewoonte hunne speelreis, delcroix, Geld of L. 150.
Onze grootouders gingen op speelreis naar Banneux.
Benaming voor mannen met een opvallende toogzweer, wordt vooral gebezigd door de echtgenotes van die heren, als hun halve trouwboek weer eens op café zit.
Raad eens waar mijn hangbuikzwijn vanavond zit te zuipen? Nee, niet in zijn stamcafé, wel op een receptie van de Jaartallen.
Iets met een bot mes proberen te snijden. Je rukt het meer uiteen dan dat je snijdt.
zie ook figgelen
Stop met viggelen in je vlees! Met zo’n bot mes kan ik m’n biefstuk niet snijden.
een windei, een leeg ei
uitspraak: speelaa®
WNT: Te Lier (corn.-vervl.).
Doet dat ei maar weg, daar zit niets in, dat is een speelei.
Uit dat speelei zal geen kieken ni meer komen.
uitdokteren, oplossen
in Antwerpen: uitvingeren, uitfiggeren
< WNT: Uitfiggelen (Uitfichelen, Uitfikkelen), (gewest.) met gebrekkig materiaal, bep. een stomp mes, (ergens iets) uithalen (de bo (1873), teirl. (1922)).
Dat ziet er iets moeilijk uit. Maar geef me wat tijd en ik zal het uitfiggelen.
vaststellen, tot de vaststelling (de bevinding) komen
Ik moet eerst nog uitvinden hoe dat hij tot zo’n conclusie gekomen is.
Toen ik uitgevonden had wie er achter die uitspraak zat en wie de briefschrijver was, kon ik adequaat reageren.
- een vrije dag waarop schoolkinderen niet naar school hoeven te gaan, maar thuis mogen blijven, om te spelen
- om een kleuter of lager schoolkind duidelijk te maken dat er op een pedagogische studiedag geen school is
- sportdag
Volgens WNT niet meer in gebruik maar nog wel in de omgang in de Kempen.
Vandaag is het geen school maar een speeldag.
Morgen is er een speeldag voorzien voor de kinderen. Dan hoeven ze niet naar school.
Voor het kleuteronderwijs is een sportdag een speeldag.
uitvissen, opzoeken, uitpluizen
(meestal infinitief en voltooid deelwoord)
zie ook uitfiggelen
Ik moet eerst uitvingeren hoe ik dat spel kan doen marcheren.
Ze hebben uitgevingerd wat die gast vroeger ammel heeft uitgestoken.
“’T enige dat ik nu nog eens zou moeten uitvingeren is, 1 van mijn 2 volledig dichte panelen compleet naar wens aanpassen en van da gerammel van die ene HDD afraken.” (forum)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.