Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #87071

    versteken
    (verstak, verstoken, st. ww.)

    verbergen
    ook wederkerend: “zich versteken”, “zijn eigen versteken”
    iemand iets versteken: iets voor iemand verbergen

    zie ook in hagen en kanten

    gebruik: Kempen (Antwerpen, Limburg)

    “Ik wil u niet versteken dat er toch wel een vaderlijke fierheid over me kwam, toen ze me vertelde dat ze het zou doen.” (Willy Claes in HN op 120605)

    “Wie voor de televisie verkondigt: `Ik wil u niet versteken dat we daar nog voor het groot zomervakantieverlof in de schoot van de regering moeten over negociëren` en daarbij niet door de grond zinkt van schaamte, is een Belgische minister.” (citaat van Paul De Wispelaere op woorden.org)

    “Ja, maar het meisken wierd dat gewaar, en ’t vluchtte van huis weg en ’t ging zijn eigen versteken in een groot bosch.” (archief “Ons Volksleven”)

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 15:17
    0 reactie(s)

    #87072

    kant
    (de ~ (m.), kent, kentsje)

    (verouderd) boterham

    vgl. botram, boke

    VD2014 online: gewestelijk

    etymologiebank:
    Nhd. Kanten ‘homp brood, kapje’ gaat terug op de verouderde mnl. betekenis ‘stuk brood’, via Nederlandse kolonisten in Oost-Duitsland (12e eeuw)

    MNW: Cant
    Stuk, brok, homp, bete. Kil. kant broots, j. hompe, frustum praecidaneum; gall. chanteau; angl. cantell.
    Schuermans 220: kant is een boterham; ook in samenstellingen: kezekant, koolkant, spijzekant en kantzak, bedelzak, alsmede de uitdr. om kanten gaan, bedelen

    WNT: Kant
    Mnl. Cant, wrs van het oudfrans: cant, can; nieuwfrans: champ
    dat van Keltischen oorsprong is (?)

    Wao hébs dich èn z’n botrammedaus zitten haajn? Ne sjroêpkant, ne keiskant en nen derm sesies! (Wat heb jij in je boterhammendoos zitten vandaag?

    Een boterham met stroop, ene met kaas, en een eindje worst)
    Ich niks as ne botterkant. (ik enkel een met boter besmeerde snede brood)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 15:15
    1 reactie(s)

    #87073

    bouten, met kanten en ~
    (uitdr.)

    zie met kanten en bouten

    -

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 15:05
    0 reactie(s)

    #87074

    kanten, met ~ en bouten
    (uitdr.)

    zie met kanten en bouten

    -

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 15:04
    0 reactie(s)

    #87075

    met kanten en bouten
    (uitdr.)

    breedvoerig, met alles erop en eraan, in geuren en kleuren

    WNT: Met kanten en abouten (of bouten):
    Tezamen genoemd met about (fra. about, ”borne, limite”), in ’t mv.: Kanten en abouten. Alleen in Zuid-Nederland.
    Met al de omstandigheden, met al de bijzonderheden.
    Iets met kanten en bouten – in ’t lang en ’t breed – vertellen, schuerm. (1865-1870)
    Ik ga u dat uiteendoen met al zijn kanten en abouten, de bo 16 b (1873).

    Dat was ook een gezegde dat mijn moeder soms tegen me zei als ik met moppen of verhalen van ’t school thuis kwam. “Gij kunt ook alles met kanten en bouten vertellen he” zei ze dan.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 15:04
    0 reactie(s)

    #87076

    dagschotel
    (de ~ (m.), ~s)

    Een pintje, een pint bier

    “Pascalleke, voor mij nen dagschotel!” (oneliner uit de televisiereeks F.C. De Kampioenen)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 14:41
    9 reactie(s)

    #87077

    kant, van ~ gaan
    (uitdr.)

    uit de weg gaan

    Ga eens van kant, de fanfare passeert dadelijk.

    Regio onbekend
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 14:14
    2 reactie(s)

    #87078

    m
    (pers. vnw)

    “m” is een verkorting van hem.
    “m” kan “hij” of het Nederlandse “ie” vervangen in bepaalde constructies (zie voorbeelden).

    Het wordt uitgesproken met een doffe “e” (em).

    in Vlaams-Brabant en prov. Antwerpen gebruikt men deze vorm en ik ben er vrij zeker van dat men dit in Oost-Vlaanderen ook doet.

    Morgen moet ’m naar de tandarts
    Hij heeft gezegd dat ’m ging komen
    Is ’m al terug?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 13:40
    0 reactie(s)

    #87079

    kant
    (de~, (m.), ~en)

    Rand, berm
    gras, goot of haag rond een hof, veld, stuk grond, weg, koer

    VD2014 online: gewestelijk

    VMNW: Cant
    Oudste attestatie: Antwerpen, Brabant-Noord, 1248-1271

    In de kant, onder de haag heeft de gans 3 eieren gelegd.

    Als ge de gazon hebt afgedaan (afdoen), vergeet dan ook de kant niet bij te knippen.

    In de kant neffe de vaart ligt heel wat vuiligheid.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 13:38
    0 reactie(s)

    #87080

    braai
    (de ~ (m.), ~en)

    stoep, voetpad

    < Middelnederlands brauw: rand

    ook in Leuven
    Antw.: lantoer
    Brugge: plankier

    De braai ligt net voor zijn deur.

    Nen auto kan ni op den braai staan, eh.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 13:27
    4 reactie(s)

    #87081

    braai
    (de ~ (v.), ~en)

    stoep, voetpad

    < Middelnederlands brauw: rand

    ook in Leuven
    Antw.: lantoer
    Brugge: plankier

    De braai ligt net voor zijn deur.

    Nen auto kan ni op den braai staan, eh.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 13:11
    4 reactie(s)

    #87082

    lantoer
    (de ~ (m.), -s)

    trottoir, voetpad, stoep
    /lan toe.er/
    → Fr. alentours (les ~) de omgeving, lieux autour: omstreken

    oorsprong: De straten hadden geen voetpaden zoals nu maar de rijken hadden wel een verhoogd wandelpad, voetpad dat ‘aux alentours’ lag ofte rond het eigendom.

    Nog gebruikelijk in het Antwerps dialect.

    De kinderen hinkelen oep (op) de lantoer.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 13:10
    0 reactie(s)

    #87083

    zjaak
    (bn.)

    kapot, verenneweerd (verenneweren)

    zie ook jaak

    > zjaak doen, zjaak zijn, zjaak maken, zjaak gaan, zjaak liggen…

    De koffiezet werkte te morgend ni, ik peins dat m zjaak is.

    Laat dat heel en doet dat niet zjaak.

    Als ge dat zjaak maakt, dan zal dat uwe beste dag niet zijn za.

    Die klok gaat zjaak als ge er blijft aan prutsen.

    Die zjat is gevallen en ligt nu zjaak tegen de grond.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 12:46
    4 reactie(s)

    #87084

    hukken onder iets
    (uitdr.)

    gebukt gaan onder een grote zorg of een zware last

    WNT: hukken: gebukt gaan, strompelen, waggelen.
    Inzonderheid hukken onder een zwaren last, (zie kil. (1588) en hexham)
    - Als sy haer selven een onverdragelijck pack geworden is soo men siet datse al huckende en buckende gaet, david, Waers. 332

    Sommigen gaan gehukt onder zo ’n zware depressie dat ze uiteindelijk nog maar 1 uitweg zien: hun eigen van kant maken.

    Jarenlang ging ze gehukt onder de grote zorg voor de opvoeding van haar 2 kinderen.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 17 Apr 2015 12:42
    0 reactie(s)

    #87085

    zjaak
    (bn.)

    kapot, verenneweerd (verenneweren)

    zie ook jaak

    > zjaak doen, zjaak zijn, zjaak maken, zjaak gaan, zjaak liggen…

    De koffiezet werkte te morgend ni, ik peins dat m zjaak is.

    Laat dat heel en doet dat niet zjaak.

    Als ge dat zjaak maakt, dan zal dat uwe beste dag niet zijn za.

    Die klok gaat zjaak als ge er blijft aan prutsen.

    Die zjat is gevallen en ligt nu zjaak tegen de grond.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 06:34
    4 reactie(s)

    #87086

    zjaak
    (bn.)

    kapot, verenneweerd (verenneweren)

    zie ook jaak

    > zjaak doen, zjaak zijn, zjaak maken, zjaak gaan,…

    De koffiezet werkte te morgend ni, ik peins dat m zjaak is.

    Laat dat heel en doet dat niet zjaak.

    Als ge dat zjaak maakt, dan zal dat uwe beste dag niet zijn za.

    Die klok gaat zjaak als ge er blijft aan prutsen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 06:32
    4 reactie(s)

    #87087

    braaien
    (ww. braaide, gebraaien, gebraaid)

    braden, bakken

    zie ook braai

    uitspraak:
    prov. Antw.: braoie, braoide, gebraoie, gebraoid

    Gisteren heb ik een kieken gebraaien in den oven.

    Een gebraaid stuk vlees, saus, een groentenkrans en kroketten was vroeger een feestmaaltijd dat op een zondag, of als er bezoek kwam, op tafel werd gezet.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 17 Apr 2015 06:15
    0 reactie(s)

    #87088

    hukken
    (ww., hukte, gehukt)

    hurken

    ook zich hukken, zijn eigen hukken
    vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan

    VD online: gewestelijk: huiken

    MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
    - Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
    - Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.

    WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
    > veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
    - Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
    > Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.

    Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.

    - Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
    - Ikke!
    - Ikke ook!

    In Oosterse landen is hukken een populaire zithouding.

    Als ge in een bos aan het wandelen zijt en ge moet kakken, dan moet ge hukken, anders komt dat niet goed.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 16 Apr 2015 14:52
    3 reactie(s)

    #87089

    lantoor
    (de ~ (m.), -en, -s)

    trottoir, voetpad, stoep
    /lan toe.er/
    → Fr. alentours (les ~) de omgeving, lieux autour: omstreken

    oorsprong: De straten hadden geen voetpaden zoals nu maar de rijken hadden wel een verhoogd wandelpad, voetpad dat ‘aux alentours’ lag ofte rond het eigendom.

    Nog gebruikelijk in het Antwerps dialect.

    De kinderen hinkelen oep (op) de lantoor.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door fansy op 16 Apr 2015 14:47
    0 reactie(s)

    #87090

    blotten, het kan me niet ~
    (uitdr.)

    het kan me niet schelen, het interesseert me niet

    Wat een ander allemaal doet, dat kan me niet blotten.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 16 Apr 2015 14:42
    0 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.