Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
boterhamworst met de afbeelding van de hond Samson
zie ook roos rolleke
“Waar is de tijd dat ik nog samson worst kreeg bij de slager?” (facebook)
koelbox, frigobox
Morgen trekken we naar zee. We nemen de frigobusse mee.
scheldwoord voor een Nederlander
ook: ‘keeskop’, ‘kees’
Elke camping in de Ardennen zit vol kaaskoppen.
scheldwoord voor een Nederlander
ook: ‘keeskop’, ‘kees’
Elke camping in de Ardennen zit vol kaaskoppen.
scheldwoord voor een Nederlander
ook: ‘keeskop’, ‘kees’
Elke camping in de Ardennen zit vol kaaskoppen.
scheldwoord voor een nederlander
ook: ‘keeskop’, ‘kees’
Elke camping in de Ardennen zit vol kaaskoppen.
ook krossen
vgl. ook afcrossen, rondcrossen
Gelijk uit mijn werk door gecrost naar de vernieuwde supermarkt! (facebook)
De les zou pas over vijftig minuten beginnen, maar hij croste naar school alsof zijn leven ervan afhing.( Alles is anders – Victoria Farkas)
Ik daarna met een smoesje naar huis gecrost om een nieuw buisje Puregon te gaan halen. (.deverdwaaldeooievaar.be)
… lag hij een halfuurtje in bed toen hij plots ontzettend hard begon te krijsen, maar echt zodanig hard dat ik echt rechtvloog en naar boven gecrost ben! (babyplaza.be)
race, wielerwedstrijd
vnw: snelheidswedstrijd van paarden of van wielrenners
Van Dale: snelheidswedstrijd, wedren
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1
In Nederland: Met ‘de koers’ wordt de Tour de France bedoeld, daarbuiten is het gewoon wielerwedstrijd – zie reacties
zie ook koerswedstrijd; koers in de koers
vgl. achtervolgingskoers; koerskenner; koersliefhebber; kenner van de koers
Ze hebben alle straten van het dorp afgezet omdat de koers er door moet.
met schokken voortbewegen, hobbelen, schokken
regio Boom
vergelijk Engels “to totter” (zich onzeker voortbewegen)
oep de kasseis wa ligge tottere in onze roestbak op de leie, pf
(Op de kasseien wat liggen totteren in onze roestbak op de leien, pf.)
> andere betekenis van totteren
afschrikwekkend
bekan van den trap getottert (totteren), bangelek!
> andere betekenis van bangelijk
super, reuze-, dood-, mega-, heel erg, enorm
- in samenstellingen om het tweede deel van het woord te benadrukken, zoals in:
keitof, keicool, keigraaf, keinijg, keischeef, keibang, keinat, keirap,…
Keibangelijk man!
Ik heb u keihard gemist zoeteke.
bederven, beschimmelen, stinken, rotten
vgl.: vorten
Bah, er ligt een oud pakske kaas in uwe frigo te veurten!
binnenkort, eerlang, dra, weldra
spellingsvariant: te fète; te faite, te fête, tefète, …
zie ook tot de fate
Ik zal tefeite mijn rijbewijs halen.
tot te fête hé leg moa nen woafle an de kantn! luis, (folkroddels.be)
weldra, binnenkort, eerlang (verouderd in NL)
Dra een oplossing voor lesbische meemoeders?
Na Open VLD heeft ook CD&V een wetsvoorstel ingediend waardoor een vrouw die een kind heeft met haar lesbische partner dat niet meer moet adopteren om officieel meemoeder te worden. (deredactie.be)
aardbei
vgl. eeber
Jasberen met zwoon (aardbeien met slagroom)
ambetant persoon
een vervelende, irritante man, een poetzak
vr.: ambetante
zie ook embetanterik
vgl. ambeteren
Dien ambetanterik moet eens stoppen met op zijn fluitje te blazen.
1) vervelend, hinderend, irritant, rot
2) geïrriteerd
ook embetant
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar, boos
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik, embetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
1) ’t Is embêtant ’k en weet niet hoe (mechelenblogt.be)
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
1) vervelend, hinderend, irritant, rot
2) geïrriteerd
ook embetant
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik, embetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
1) ’t Is embêtant ’k en weet niet hoe (mechelenblogt.be)
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
uitgewoond
Wij renoveren uw uitgeleefde fermette tot een fantastische hedendaagse woning.
nieuwsgierig
Belgisch-Nederlands: spreektaal
DS2015 geen standaardtaal
vnw curieus: nieuwsgierig
Ik ben eens curieus naar mijnen uitslag.
- Ge moet zo curieus niet zijn, curieuzeneus!
- Ik ben niet curieus maar ik weet graag veel!
20.000 Vlamingen “curieus” naar luchtkwaliteit in hun woonomgeving (vrt.be)
> andere betekenis van curieus
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.