Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
ongeveer
ook a peu pres
> Frans: à peu près
Die plank is à peu près 45 cm breed.
Samen heb ik er toch a peu pres 1000 euro voor betaald.
ongeveer
ook a peu pres
> Frans: à peu près
Die plank is à peu près 45 cm breed.
Samen heb ik er toch a peu pres 1000 euro voor betaald.
ongeveer
> Frans: à peu près
prov. Antw.: a peu pres
Die plank is à peu près 45 cm breed.
ongeveer
> Frans: à peu près
prov. Antw.: a peu pres
Die plank is à peu près 45 cm breed.
onnozelaar
> niet in Van Dale!
Urbanus is toch ne simpelaar!
Onbetaald verlof wegens familiale redenen die niet onder het omstandigheidsverlof vallen.
Elke werknemer heeft recht op 10 dagen familiaal verlof per jaar.
Familiaal verlof valt niet onder het klein verlet.
- kort verzuim, buitengewoon verlof
- werkonderbreking met behoud van loon, geoorloofd bij bepaalde familiegebeurtenissen
- klein verlet
> Frans: congés de circonstances
Werknemers die trouwen krijgen 3 dagen omstandigheidsverlof.
Familiaal verlof valt niet onder het omstandigheidsverlof omdat het onbetaald is.
- arbeidsverzuim
- enkele dagen ‘congé’ om sociale redenen, o.a. huwelijk, geboorte van een kind, overlijden van familielid enz.
- kort verzuim, omstandigheidsverlof
> Frans: petit chômage
Wie trouwde kreeg vroeger drie dagen klein verlet.
- arbeidsverzuim
- enkele dagen ‘congé’ om sociale redenen, o.a. huwelijk, geboorte van een kind, overlijden van familielid enz.
- kort verzuim, omstandigheidsverlof
> Frans: petit chômage
Wie trouwde kreeg vroeger drie dagen klein verlet.
tijdverlies
Hij heeft niet veel verlet gehad met naar de winkel te gaan.
- een bepaald soort charcuterie, kleine stukjes gekookt vlees, meestal varkenvlees, in gelei of gestold vleesnat.
- ook hoofdvlees of perskop genoemd
varianten: hoofdvlees, kopvlees, postekop, preskop, zult, geperste kop, varkenskop,…
Vgl: breughelkop
Antwerpen: frut: is een beetje zuurder en met minder gelei
Kempen: kipkap, hurre, frut
Gentse: uufflakke
Brugge: (h)ooflakke
W.- Vl.: hoofdflakke, zilte
Kop eet ik het liefst met flink wat mosterd.
Geft is 100 gram kop, bènhawwer. Geef eens 100 gr. varkenskop, beenhouwer
hoofd van mens en dier
VD: kop (dem; koppen)
1. het voorste of bovenste deel van het dierlijk lichaam, overeenkomend met het hoofd bij de mens
2. (informeel) hoofd van een mens
Ik ben met mijn stomme kop tegen de deur gelopen, en heb nu een grote bult.
1) buskotje
2) overdekte bergplaats
1) In den abri hangt de dienstregeling van de lijnbussen.
2) Zet het grasmachien maar efkes in den abri.
1) buskotje
2) overdekte bergplaats
1) In den abri hangt de dienstregeling van de lijnbussen.
2) Zet het grasmachien maar efkes in den abri.
een weekend dat verlengd wordt met een of meer vrije dagen
NL: lang weekend
Veel Belgen trokken naar Nederland en Frankrijk vanwege het verlengde weekend.
(ook: versjaele) schelen, verschillen
zie ook: schillen en schollen
Mien jongste breurke en ich sjaele zus joar.
Mijn jongste broertje en ik schelen zes jaar.
Gelle biej den Aldi of Delhaize, dat sjaelt nogal get.
Kopen bij de Aldi of of Delaize, dat scheelt nog al wat.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.