Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
een soort van professionele keukenrobot die gebruikt wordt o.a. in bakkerijen, een klopmenger, een planeetmenger
< vertaling van het Frans batteur mélangeur
Bij Hoffy’s in Antwerpen stoppen ze een mooie meid in de klopmengelaar om “gefilte fisj” te maken.
Klopmengelaar, 2de hands uit bakkerij, te koop aangeboden op internet.
bakkerijtoestellen te koop in Kinrooi: twee ovens, nieuwe broodlijn, twee spiraal kneders, twee klopmengelaars, enzo…
het gebruik van het bepaald lidwoord “de” voor een mannelijke persoonsnaam – eigennaam
(in de Kempen ook voor een vrouwelijke persoonsnaam)
Ik heb de Jacobs (Tuur Jacobs), de “Jokke” (zijn roepnaam), op de bus gezien.
We gaan op monumententocht met den Erik en zijn lief in de Vlaanders.
het gebruik van het bepaald lidwoord “de” voor een mannelijke en vrouwelijke persoonsnaam – eigennaam
Ik heb de Jacobs (Tuur Jacobs), de “Jokke” (zijn roepnaam), op de bus gezien.
We gaan op monumententocht met den Erik en zijn lief in de Vlaanders.
Het gebruik van het bepaald lidwoord ‘de’ voor een eigennaam is kenmerkend voor Antwerpen, Vlaams-Brabant, …
zie Limburg, de ~, Walen, de ~, Congo, de ~
WNT bij Vlaanderen: (Zuid-Nederland) In het meervoud de Vlaanders
Ook voor persoonsnamen in Antw., Vlaams-Brabant, … zie: de
We gaan op monumententocht met den Erik en zijn lief in de Vlaanders.
Het gebruik van het bepaald lidwoord ‘de’ voor een eigennaam is kenmerkend voor Antwerpen, Vlaams-Brabant, …
zie Limburg, de ~, Walen, de ~, Congo, de ~
WNT bij Vlaanderen: (Zuid-Nederland) In het meervoud de Vlaanders
Ook voor persoonsnamen in Antw., Vlaams-Brabant, … zie: de
We gaan op monumententocht met den Erik en zijn lief in de Vlaanders.
met een knuppel slaan of gooien
znw. het klippelen
zie ook klippelaar
In de herfst, als de noten rijp zijn, kunnen we ze uit de bomen klippelen.
Weerspreuk: Wie veel noten kan klippelen, zal nog van de kou gaan trippelen.
met een knuppel slaan of gooien
znw. het klippelen
zie ook klippelaar
In de herfst, als de noten rijp zijn, kunnen we ze uit de bomen klippelen.
notenbolster, de groene bast van een noot, pel van een (okker)noot.
synoniem: slosse
WNT: Sloestere, sloester, sloesteren, sloesteringhe: Bolster van een noot. Bast, dop, schil, vooral bolster van eene noot. In Zuid-Nederland
< Middelnederlands sloestere. Het woord is wellicht één in oorsprong met Nederlands snuisterij. Kiliaan en Plantijn geven naast “sloester” ook een vorm “snoester”.
- “Ghelijckmen die bitter sloesteren Met suyker confeyt”, Houwaert, Lusthof (1582)
BEVEREN. Het nieuwe groot complex aan het OCMW zal drie namen krijgen. De Notelaar blijft voor het rusthuis maar er komen voor andere afdelingen dan nog twee namen bij: Notelarenhof en Sloester. Er werd dan nog eens gezocht in het dialect welke woorden er bestonden rond ‘notelaar en even kwamen ook de ’klippel’ en ‘klippelaar’ in beeld, woorden die gezegd worden bij het uit de boom slaan van noten. Maar deze woorden werden wat te agressief gevonden. En zo kwam het OCMW-bestuur bij ‘sloester’ terecht gekomen en werd dan toch de knoop doorgehakt en het werd ‘De Sloester’, een Bevers-Melseels dialectwoord voor bolster. (Waaskrant.be)
Ache die nooten u:t ulder sloesters düt, si doaër krijchde vu:l â:nde va zi.’ (Als ge die noten uit hun bolsters doet, zie daar krijgt ge vuil handen van, zie)
notenbolster, de groene bast van een noot, pel van een (okker)noot.
synoniem: slosse
WNT: Sloestere, sloester, sloesteren, sloesteringhe: Bolster van een noot. Bast, dop, schil, vooral bolster van eene noot. In Zuid-Nederland
< Middelnederlands sloestere. Het woord is wellicht één in oorsprong met Nederlands snuisterij. Kiliaan en Plantijn geven naast “sloester” ook een vorm “snoester”.
- Ghelijckmen die bitter sloesteren Met suyker confeyt, houwaert, Lusth. (1582)
BEVEREN. Het nieuwe groot complex aan het OCMW zal drie namen krijgen. De Notelaar blijft voor het rusthuis maar er komen voor andere afdelingen dan nog twee namen bij: Notelarenhof en Sloester. Er werd dan nog eens gezocht in het dialect welke woorden er bestonden rond ‘notelaar en even kwamen ook de ’klippel’ en ‘klippelaar’ in beeld, woorden die gezegd worden bij het uit de boom slaan van noten. Maar deze woorden werden wat te agressief gevonden. En zo kwam het OCMW-bestuur bij ‘sloester’ terecht gekomen en werd dan toch de knoop doorgehakt en het werd ‘De Sloester’, een Bevers-Melseels dialectwoord voor bolster. (Waaskrant.be)
Ache die nooten u:t ulder sloesters düt, si doaër krijchde vu:l â:nde va zi.’ (Als ge die noten uit hun bolsters doet, zie daar krijgt ge vuil handen van, zie)
een persoon die klippelt of met een knuppel noten uit een boom slaagt.
Het is genoeg voor vandaag klippelaartje. Klippelt morgen nog maar wat verder. We moeten de noten nog uit de sloesters halen.
(meestal opgedirkt) meiske/vrouw met veel poeha, met nen hogen dunk van haar eigen
mannelijke versie: zjaarkloot
zie ook zjaar, zjaartrut, zjaaremme
Amai, hoort da zjaarwijf bezig, die denkt echt da ze het is.
politiek begrip; wikipedia: Een traditionele partij is een politieke partij in een land of regio die gestoeld is op een belangrijke ideologische beschouwing, een zekere traditie heeft en veelvuldig deelneemt aan het beleid.
in Nederland: gevestigde partij
Van Dale verklaart geen van beide begrippen, maar vermeldt ze wel in andere lemma’s: ‘gevestigde partijen’ bij proteststem en ‘traditionele partij’ bij tripartite (Belgisch-Nederlands)
zie ook trado
demorgen.be: De boodschap in dat interview is volgens De Wever dat “de traditionele partijen zich aan de macht vastklampen”.
superlatief voor een buitengewone prestatie in de wielersport; bv. gedurende tientallen kilometers alleen in de aanval gaan en solo winnen
< op de wijze van Eddy Merckx
“Het is misschien veel gezegd, maar dit is Merckxiaans”, wond Sven Nys er geen doekjes om. “Hoe vaak hebben we dit de afgelopen jaren in de Ronde van Vlaanderen gezien?” (sporza.be)
superlatief voor een buitengewone prestatie in de wielersport; bv. gedurende tientallen kilometers alleen in de aanval gaan en solo winnen
< op de wijze van Eddy Merckx
“Het is misschien veel gezegd, maar dit is Merckxiaans”, wond Sven Nys er geen doekjes om. “Hoe vaak hebben we dit de afgelopen jaren in de Ronde van Vlaanderen gezien?” (sporza.be)
superlatief voor een buitengewone prestatie in de wielersport; bv. gedurende tientallen kilometers alleen in de aanval gaan en solo winnen
< op de wijze van Eddy Merckx
“Het is misschien veel gezegd, maar dit is Merckxiaans”, wond Sven Nys er geen doekjes om. “Hoe vaak hebben we dit de afgelopen jaren in de Ronde van Vlaanderen gezien?” (sporza.be)
zin, trek, lust, smaak
zie ook: goesting, goestendoender
< Oudfrans: goust
“Het is onmogelijk iedereens goeste te doen.” (De Bo)
Ek ze goeste. Elk zijn eigen smaak.
alcoholicus
zie ook alcoholieker
Van Dale online Belgisch-Nederlands, spreektaal
Als ge meer dan zeven glazen bier per week drinkt, zijt ge nen alkolieker.
Katholieke jeugdbeweging in Vlaanderen en Brussel ontstaan na de eerste wereldoorlog. De naam is afkomstig van de Griekse letters X (chi) en P (rho), een afkorting van de Griekse spelling voor “christos” (Kristus).
in samenstellingen chiro- zoals: chiroleider, chirokamp, chirolokaal, chirojongen, chiromeisje, chirofuif, enz.
zie ook patronaat
De jongens hadden vandaag een stadsspel met de Chiro.
Onze Jeroen is vandaag naar de Chiro.
Ik was vroeger bij de PX.
gras
uitspraak:
Westhoek: hès
Kempen: gès
Antwerpen stad: gras
Het gès staat hoog. (Kempen)
‘k Kunne t’hès nie afrien, want ‘t reint. (’k Kan ’t gras niet afrijden, want ’t regent)
‘t hès es lank want de hèsmachine es kapot. (’t Gras is lang, want de grasmaaier is stuk)
gras
uitspr.:
Westhoek: /hès/ [hɛs], met weglating van de r
prov. Antw.: /gès/ [gɛs]
Het gès staat hoog. (Kempen)
‘k Kunne t’hès nie afrien, want ‘t reint. (’k Kan ’t gras niet afrijden, want ’t regent)
‘t hès es lank want de hèsmachine es kapot. (’t Gras is lang, want de grasmaaier is stuk)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.