Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #64101

    bom, naar de ~ zijn of gaan
    (uitdr.)

    naar de knoppen zijn, om zeep zijn,…

    zie ook boem, naar de ~

    niet in VD online

    demorgen.be: De wereld gaat naar de bom en wij laten ons maar doen (GUILLAUME VAN DER STIGHELEN)

    blogspot.be: Het eerste semester is naar de bom.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 17:00
    0 reactie(s)

    #64102

    knop
    (de ~ (m.), ~pen)

    drol

    Diën hongd had ne knop gedraaid. (Die hond had een drol gelegd.)

    Regio Antwerpen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 16:57
    0 reactie(s)

    #64103

    kostuum
    (het ~, ~s, ook kostumen en kostumes)

    pak, maatpak

    > in Vlaanderen worden pak en maatpak weinig gebruikt
    > in de bet. ”pak” in N.-Nederl. vooral gebruikt in de wereld van de kleedingindustrie en -handel en de daarbij behoorende sfeer.

    WNT: It. costume (17de E); Fr. le costume (18de E), in de bet. ”pak”: locale kleur in een kunstwerk, op het tooneel enz.
    - volksdracht, klederdracht, kleding die bij een bepaalde ”rol” past, dus in verband met het tooneel, een maskerade en derg.
    - Kleeding waarin men zich vertoont; stel bovenkleederen zonder overjas, pak.

    VD: kos·tuum (het; kostuums; kostuumpje)
    1. kleding van één persoon, horend bij een bepaalde activiteit, een ambt of een toneelrol
    2. een stel kleren, jas, broek en vest voor mannen

    Ik heb een zwart kostuum met witte streepkes gekocht.

    Die kostumen in uw kast zijn te oud, dat is niet meer in de mode. Die mogen weg voor de garageverkoop.

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 16:52
    2 reactie(s)

    #64104

    manneke, het ~ zijn
    (uitdr.)

    1) het beste, iets wat helemaal aan de verwachting voldoet
    2) in het centrum van de belangstelling (willen) staan

    1) “’t Strand van Sint-Anneke
    voor mij is da ’t manneke
    daar kan niks of niemand ni aan.” De Strangers

    2) Met zijn plechtige communie was hij ’t manneke natuurlijk. Hij kon niet genoeg krijgen van al die aandacht, en vooral niet van de cadeaukes.

    Hij dacht dat hij ’t manneke was met zijn schoon kostuum achter het stuur van zijne porsche. Maar hij sloeg bleek uit toen er ne ferrari naast hem kwam parkeren.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 16:50
    1 reactie(s)

    #64105

    pak aan iets hebben
    (uitdr.)

    een houvast aan iets hebben

    Ik heb al dikwijls de bijbel gelezen, maar ik heb er geen pak aan.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 16:48
    0 reactie(s)

    #64106

    pak aan iets hebben
    (uitdr.)

    ee houvast aan iets hebben

    Ik heb al dikwijls de bijbel gelezen, maar ik heb er geen pak aan.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 16:48
    0 reactie(s)

    #64107

    chiclet
    (de ~ (m.), ~s/~ten)

    kauwgom

    herkomst: Chiclets is een merknaam. Na de Tweede Wereldoorlog brachten de Amerikaanse soldaten chewing gum mee. De dunne reepjes waren gemaakt van chicle, een boomsap dat de Maya’s reeds kauwden.

    Klik op de afbeelding
    Promotional Chiclets
    Kauwgom van het merk Chiclets

    zie ook tuttefrut, sjik, sjiek, sjiekkelitte

    Gooi uwe chicklet liever in de vuilbak in plaats van er de stoep mee te begaaien.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 15:55
    8 reactie(s)

    #64108

    chiclet
    (de ~ (m.), ~s/~ten)

    kauwgom

    herkomst: Chiclets is een merknaam. Na de Tweede Wereldoorlog brachten de Amerikaanse soldaten chewing gum mee. De dunne reepjes waren gemaakt van chicle, een boomsap dat de Maya’s reeds kauwden.

    Klik op de afbeelding
    Promotional Chiclets
    Kauwgom van het merk Chiclets

    zie ook tuttefrut, sjik, sjiek, sjiekkelitte

    Gooi uwe chicklet liever in de vuilbak in plaats van er de stoep mee te begaaien.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 15:54
    8 reactie(s)

    #64109

    gast
    (de ~ (m.), ~en)

    kerel, manspersoon
    ook als aanspreking

    Van Dale: 4 (informeel) persoon
    WNT: gast: verkl. gastje, in de volkstaal gasje

    Die gast moet niet denken dat hem het manneke is (manneke, het ~ zijn). Anders maken we hem een koppeke kleiner (fig.). We zullen hem eens mores leren.

    Zeg gast, ’t zal al wel genoeg geweest zijn zeker?

    Hela gasje, rustig aan hé! (gastje)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 14:30
    0 reactie(s)

    #64110

    gast
    (de ~ (m.), ~en)

    kerel, manspersoon
    ook als aanspreking

    Van Dale: 4 (informeel) persoon

    Die gast moet niet denken dat hem het manneke is (manneke, het ~ zijn). Anders maken we hem een koppeke kleiner (fig.). We zullen hem eens mores leren.

    Zeg gast, ’t zal al wel genoeg geweest zijn zeker?

    Hela gasje, rustig aan hé! (gastje)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 14:08
    0 reactie(s)

    #64111

    manneke
    (het ~, o.)

    het baby jongetje

    vgl klein manneke

    Die is gisteren bevallen en ’t is een manneke.

    Regio Waasland
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 14:05
    3 reactie(s)

    #64112

    manneke
    (zn. o., ~s)

    aanspreking (zowel m. als vr.) voor een persoon
    meestal informeel, soms pejoratief

    zie ook jongen
    vgl klein manneke, ventje

    in Limburg en Kempen: menneke
    Ripuaries Limburg: mentje. Voor vrouwen en meisjes is er: ‘vruike’.

    dbnl: Z.-Nl

    Zeg mannekes, kan dat hier wat rustig? (bv. voor een gemengde klas)

    Hela manneke, blijft daar eens af. (Kan zowel tegen een kind als tegen een volwassene.)

    Manneke! Stopt eens met uw gezaag. (Zou een man tegen zijn vrouw kunnen zeggen. Of vice versa natuurlijk.)

    Mannekes toch, ge zoudt eens moeten weten… (Hier richt men zich eventueel tot denkbeeldige toehoorders.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 14:04
    2 reactie(s)

    #64113

    manneke
    (zn. o., ~s)

    aanspreking (zowel m. als vr.) voor een persoon
    meestal informeel, soms pejoratief

    vgl klein manneke, ventje

    in Limburg en Kempen: menneke
    Ripuaries Limburg: mentje. Voor vrouwen en meisjes is er: ‘vruike’.

    dbnl: Z.-Nl

    Zeg mannekes, kan dat hier wat rustig? (bv. voor een gemengde klas)

    Hela manneke, blijft daar eens af. (Kan zowel tegen een kind als tegen een volwassene.)

    Manneke! Stopt eens met uw gezaag. (Zou een man tegen zijn vrouw kunnen zeggen. Of vice versa natuurlijk.)

    Mannekes toch, ge zoudt eens moeten weten… (Hier richt men zich eventueel tot denkbeeldige toehoorders.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 14:03
    2 reactie(s)

    #64114

    gebleit
    (het ~, geen mv.)

    1) gejank, geween, geschreeuw
    2) gemor, gezaag

    zie ook bleiten, oog, dat is om een ~ uit te bleiten

    VD: BE: in­for­meel; m.n. van kin­de­ren schrei­en, hui­len

    1) Dat gebleit van die kreskinderen kan een mens toch zo op zijn seskes werken.

    2) Hey grote, gaat ge nu stoppen met dat gebleit. Iedereen heeft rekeningen te betalen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 13:57
    0 reactie(s)

    #64115

    bleiten
    (ww. bleitte, gebleit)

    huilen, janken, wenen, schreeuwen

    etym: onomatopee-isch van blaten; het geluid voortgebracht door een schaap

    In prov. Antw. ww.: bleite, blètte, geblèt

    uitdrukking: oog, dat is om een ~ uit te bleiten, gebleit

    Van Dale: blèten blèt­te, heeft ge­blèt; ne­ven­vorm van bla­ten
    1. niet al­ge­meen bla­ten
    2. BE; in­for­meel; m.n. van kin­de­ren schrei­en, hui­len

    Mijn lief heeft het afgemaakt (afmaken) en ik heb een hele week zitten bleiten.

    Onze Louis bleit niet als hij moet gaan slapen.

    ’k Hem geblet is een lieke van de Strangers.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 13:44
    6 reactie(s)

    #64116

    klein manneke
    (het ~ , ~s)

    1) algemeen voor een baby, peuter, kleuter
    2) kleine jongen
    3) volwassen man, klein van gestalte
    4) pejoratief voor een volwassen man die zich als een klein kind gedraagt

    vgl: klein ventje, klein mannen

    1) Oh, ziet dat klein manneke! Hoe schattig met dat berenmutsje op.

    2) Als klein manneke was hij nergens bang voor.

    3) De Cis is een klein manneke; hij is kleiner dan zijn vrouw en zij is amper 1.68 meter.

    4) Uwe vent, is dat een klein manneke of wa? Zo bleiten omdat hij in zijn vinger heeft gesneden…

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 13:40
    0 reactie(s)

    #64117

    klein manneke
    (het ~ , ~s)

    1) algemeen voor een baby, peuter, kleuter
    2) kleine jongen
    3) volwassen man, klein van gestalte
    4) pejoratief voor een volwassen man die zich als een klein kind gedraagt

    vgl: klein ventje, klein mannen

    1) Oh, ziet dat klein manneke! Hoe schattig met dat berenmutsje op.

    2) Als klein manneke was hij nergens bang voor.

    3) De Cis is kleiner dan zijn vrouw en zij is amper 1.68 meter.

    4) Uwe vent, is dat een klein manneke of wa? Zo bleiten omdat hij in zijn vinger heeft gesneden…

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 13:40
    0 reactie(s)

    #64118

    kassei
    (de ~ (v./m.), ~en, ~s)

    straatsteen, kinderkopke

    Van Dale: kassei
    1300 ‘straat­weg, straatsteen’ < Pi­car­disch cauchee (Frans chaussée)

    zie ook kasseiweg

    Mijn armen doen zeer van te veel op kasseien te fietsen.

    Als ge met dees regenweer de kasseis gaat doen, past op dat ge met uwe velo er ni van onderuit schuift.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 13:11
    5 reactie(s)

    #64119

    pik à pik zijn
    (uitdr.)

    op gespannen voet staan, wrokkig zijn

    VD2015 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    WNT: Gewestelijk in Antwerpen en Zuid-Brabant: pik a pik (als bijvorm van piek a piek), met wederzijdschen wrok, met verbittering.
    “’t Is pik a pik met die twee mannen”, er bestaat van weerskanten wrok, Cornelissen-Vervliet (1899)

    Hij is pik à pik met zijne gebuur. Die mag een veranda zetten en hij krijgt geen bouwtoelating.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Apr 2017 13:01
    1 reactie(s)

    #64120

    perse
    (zn. v. -en)

    - lange dunne palen of stokken die in A vorm in de grond geplaatst worden en met touw aan elkaar bevestigd en verstevigd worden om er bv. prinsessenbonen of hoppe te laten tegen groeien, zie suikerboonpersen
    - een heel lang dun meisje of vrouw

    Van Dale: pers: gewestelijk: stang, stok, roede
    vormvariant: perse
    mager als een pers

    < Oudfrans: perche

    ’s Winters ziet de boer de persen na en kijkt welke aan vervanging toe zijn.

    Zo’n lange perse en zo’n klein manneke, dat steekt toch af, maar ja, liefde is blind.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 05 Apr 2017 11:03
    0 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.