Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
zeef, teems
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Zijbaar, vergiet; zij.
Bij Weyns, Volkshuisraad in Vlaanderen (1733).
— Aan de Maaskant is zijbaar inderdaad het gewone vergiet: ”een coperen zijdebaer”
zie ook: zijg, zoajgboar
synoniemen: trizee
De soep doordoen met de zijbaar. (lokaal zegt men: zaajbaor)
- handelsfonds, ook wel cliëntele genoemd
- goodwill
Het is de waarde die men verwerft door jarenlang een klantenbestand op te bouwen met een zaak of winkel.
Het aantal mensen die regelmatig de drempel/dorpel (zulle) passeren en een aankoop verrichten krijgen zo een waarde.
Hoeveel heb je gekregen voor de zulle?
“Die winkel is vier duizend frank meer verkocht voor de zulle”, De Bo (1873)
“’n Goe zulle, ’n goe kalandyze”, Verz. Gezelle (voor 1899).
- som te betalen bij een overname van café, winkel…, voor gemaakt cliënteel
- goodwill
zie ook zulle
Voor zijn cafe heeft hij veel betaald voor de zille.
boordsteen, dorpel
ontronde vorm van zulle
De zillen van de plankiers zijn tegenwoordig aangepast voor rolstoelgebruikers.
hoor, hè, toch, wat denkt ge wel, …
bevestigend stopwoordje, ook gebruikt als bekrachting van een mededeling
Etymologie: Ontstaan uit ‘zullen’ met enclitisch gij: zult gi > zuldi > zulde > zulle (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
zie ook
Antwerpen: zenne, zene, ze
Antwerpse Kempen: zalla, zalle, za, zenne, zeulle, zulle, zolle
Hageland zonne of zolle
- Ik zal u nog wel hebben, zulle!
- “zonder mij komt ge d’r niet, zulle” – uit ‘Zichemsche Novellen’, Ernest Claes, 1921
- Ge moet nie peinzen dagge da moogt doen, zulle.
stopwoordje: hoor
meer varianten zie zulle
Ik zal u nog wel ne keer hebben, zonne!
Dat gaat niet gaan zolle, op die manier gelijk gij het wilt.
handelsfonds, ook wel cliëntele genoemd
Het is de waarde die men verwerft door jarenlang een klantenbestand op te bouwen met een zaak of winkel.
Het aantal mensen die regelmatig de drempel/dorpel (zulle) passeren en een aankoop verrichten krijgen zo een waarde.
Hoeveel heb je gekregen voor de zulle?
“Die winkel is vier duizend frank meer verkocht voor de zulle”, De Bo (1873)
“’n Goe zulle, ’n goe kalandyze”, Verz. Gezelle (voor 1899).
hoor, hè, toch, wat denkt ge wel, …
bevestigend stopwoordje, ook gebruikt als bekrachting van een mededeling
Etymologie: Ontstaan uit ‘zullen’ met enclitisch gij: zult gi > zuldi > zulde > zulle (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
zie ook
Antwerpen: zenne, zene, ze
Antwerpse Kempen: zalla, zalle, za, zenne, zeulle, zulle
Hageland zonne of zolle
- Ik zal u nog wel hebben, zulle!
- “zonder mij komt ge d’r niet, zulle” – uit ‘Zichemsche Novellen’, Ernest Claes, 1921
- Ge moet nie peinzen dagge da moogt doen, zulle.
dorpel, drempel, zille, meestal onder een deur
< Middelnederlands sulle
ook in de prov. Oost-Vlaanderen
Ik kwam thuis, en onze Emma zat op de zulle.
Wij hebben goede buren, maar we lopen er toch het gers van de zulle niet.
Ie zit voorzekerst weer zonder job; gans de dag plakt hij op zijn zulle.
Als ge heksen uit uw kot wilt houden, moet ge een paasnagel onder uw zulle steken.
handelsfonds, ook wel cliëntele genoemd
Het is de waarde die men verwerft door jarenlang een klantenbestand op te bouwen met een zaak of winkel.
Het aantal mensen die regelmatig de drempel/dorpel (zulle) passeren en een aankoop verrichten krijgen zo een waarde.
Hoeveel heb je gekregen voor de zulle?
“Die winkel is vier duizend frank meer verkocht voor de zulle”, De Bo (1873)
“’n Goe zulle, ’n goe kalandyze”, Verz. Gezelle (voor 1899).
dorpel, drempel, zille, meestal onder een deur
< Middelnederlands sulle
ook in de prov. Oost-Vlaanderen
Ik kwam thuis, en onze Emma zat op de zulle.
Wij hebben goede buren, maar we lopen er toch het gers van de zulle niet.
Ie zit voorzekerst weer zonder job; gans de dag plakt hij op zijn zulle.
Als ge heksen uit uw kot wilt houden, moet ge een paasnagel onder uw zulle steken.
Leenvertaling uit het Frans. Algemeen Nederlands zijn:
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vgl. ook maat, een ~ te veel
Hoezo, ge lust geen taart? Dan is al mijn bakwerk een maat voor niets geweest.
“De politieke staking, een maat voor niets?”
(www.dewereldmorgen.be 10 okt. 2017)
“De verlengingen bleken een maat voor niets, dus moesten strafschoppen een winnaar aanduiden.” (Het Laatste Nieuws 3 jul. 2018)
“We wisten van in het begin dat wanneer de wind of één factor niet zou meezitten, de ballonmeeting een maat voor niets zou zijn. Daarom hadden we voor genoeg randanimatie gezorgd.” (Het Laatste Nieuws-1 jul. 2018)
“Hervormde kieswetgeving Europees Parlement een maat voor niets.” (hildevautmans.eu 7/4/2018)
Leenvertaling uit het Frans. Algemeen Nederlands zijn:
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vgl. ook maat, een ~ te veel
Hoezo, ge lust geen taart? Dan is al mijn bakwerk een maat voor niets geweest.
“De politieke staking, een maat voor niets?”
(www.dewereldmorgen.be 10 okt. 2017)
“De verlengingen bleken een maat voor niets, dus moesten strafschoppen een winnaar aanduiden.” (Het Laatste Nieuws 3 jul. 2018)
“We wisten van in het begin dat wanneer de wind of één factor niet zou meezitten, de ballonmeeting een maat voor niets zou zijn. Daarom hadden we voor genoeg randanimatie gezorgd.” (Het Laatste Nieuws-1 jul. 2018)
Leenvertaling uit het Frans. Algemeen Nederlands zijn:
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vgl. ook maat, een ~ te veel
Hoezo, ge lust geen taart? Dan is al mijn bakwerk een maat voor niets geweest.
“De politieke staking, een maat voor niets?”
(www.dewereldmorgen.be 10 okt. 2017)
“De verlengingen bleken een maat voor niets, dus moesten strafschoppen een winnaar aanduiden.” (Het Laatste Nieuws 3 jul. 2018)
“We wisten van in het begin dat wanneer de wind of één factor niet zou meezitten, de ballonmeeting een maat voor niets zou zijn. Daarom hadden we voor genoeg randanimatie gezorgd. (Het Laatste Nieuws-1 jul. 2018)
Leenvertaling uit het Frans. Algemeen Nederlands zijn:
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vgl. ook maat, een ~ te veel
Hoezo, ge lust geen taart? Dan is al mijn bakwerk een maat voor niets geweest.
“De politieke staking, een maat voor niets?”
(www.dewereldmorgen.be 10 okt. 2017)
“De verlengingen bleken een maat voor niets, dus moesten strafschoppen een winnaar aanduiden.” (Het Laatste Nieuws 3 jul. 2018)
“We wisten van in het begin dat wanneer de wind of één factor niet zou meezitten, de ballonmeeting een maat voor niets zou zijn. Daarom … (Het Laatste Nieuws-1 jul. 2018)
Leenvertaling uit het Frans. Algemeen Nederlands zijn:
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vgl. ook maat, een ~ te veel
Hoezo, ge lust geen taart? Dan is al mijn bakwerk een maat voor niets geweest.
“De politieke staking, een maat voor niets?”
(www.dewereldmorgen.be 10 okt. 2017)
“De verlengingen bleken een maat voor niets, dus moesten strafschoppen een winnaar aanduiden.” (Het Laatste Nieuws 3 jul. 2018)
Leenvertaling uit het Frans. Algemeen Nederlands zijn:
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vgl. ook maat, een ~ te veel
Hoezo, ge lust geen taart? Dan is al mijn bakwerk een maat voor niets geweest.
“De politieke staking, een maat voor niets?”
(www.dewereldmorgen.be 10 okt. 2017)
Leenvertaling uit het Frans. Algemeen Nederlands zijn:
Van Dale 2015 online: Belgisch-Nederlands
vgl. ook maat, een ~ te veel
Hoezo, ge lust geen taart? Dan is al mijn bakwerk een maat voor niets geweest.
weten waar:
Ook weten in de betekenis ‘weten waar’ is verplicht groepsvormend (…). Ook hier treedt een vervangende infinitief op in plaats van een voltooid deelwoord (…)
In deze betekenis wordt weten gecombineerd met een lijdend voorwerp en een van de infinitieven liggen, zitten, hangen (onovergankelijk), staan of wonen. (…)
(4a) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten te staan?
Met name in Belgisch Nederlands wordt in dergelijke gevallen vaak een infinitief zonder te gebruikt, bijv.
(4b) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten staan?
Weten wordt dan gebruikt zoals de waarnemingswerkwoorden zien etc. Regionaal wordt ook zijn (‘zich bevinden’) op die manier met weten gecombineerd in de verbinding iets of iemand (niet) weten zijn (in de standaardtaal: (niet) weten waar iets of iemand is/zich bevindt/ligt enz.).
bron: http://ans.ruhosting.nl/e-ans/18/05/04/12/02/body.html
vgl ook: zijn, het weten ~
opm: Ik denk dat in NL die constructie met te + inf. ook vaak vermeden wordt.
Weet gij mijn sleutels liggen?
(Weet jij mijn sleutels te liggen? Weet jij waar mijn sleutels liggen?)
Weet gij de Jean zitten?
(Weet jij waar Jean is/uithangt?)
Volgt mij maar, ik weet het zijn.
(Volg mij maar, ik weet waar het is.)
Ik weet hem wonen, dat is schuin over de Colruyt.
(Ik weet waar hij woont,…)
https://taalkoeien.wordpress.com/2007/06/13/weet-jij-hem-te-wonen/
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.